~jtv/corpusfiltergraph/cross-python

« back to all changes in this revision

Viewing changes to trunk/share/CORPORA/sa/EuroParl v5/Legislation/debates/tm/nl/nl/ep-97-12-04.txt

  • Committer: tahoar
  • Date: 2012-05-02 15:46:23 UTC
  • Revision ID: svn-v4:bc069b21-dff4-4e29-a776-06a4e04bad4e::266
new layout. need to update code to use the new layout

Show diffs side-by-side

added added

removed removed

Lines of Context:
 
1
<CHAPTER ID=0>
 
2
<SPEAKER ID=1 LANGUAGE="FR" NAME="Fabre-Aubrespy">
 
3
Mijnheer de Voorzitter, ik wil een beroep doen op het Reglement op grond van artikel 48 van het Reglement.
 
4
<P>
 
5
Op 19 november jongstleden heb ik in Brussel conform dit artikel een verklaring ingediend. Mijn bedoeling was dat die werd opgenomen in het register over de regelmatigheid en doorzichtigheid van de procedures, dat bepaalde uitgaven van ons Parlement regelt.
 
6
Ik vond namelijk dat de gewone leden zich hoorden uit te spreken over de aantijgingen, en dat zij oplossingen hoorden te zoeken voor de problemen rond een aantal huishoudelijke kosten en investeringen van het Parlement.
 
7
<P>
 
8
Alle fracties hebben hierop in eerste instantie buitengewoon positief gereageerd.
 
9
Maar gisteren heeft u, mijnheer de Voorzitter, mijn schriftelijke verklaring niet-ontvankelijk verklaard, hoewel de enige voorwaarde in artikel 48 van het Reglement luidt dat een verklaring betrekking moet hebben op de activiteiten van de Europese Unie.
 
10
Zo zijn er trouwens ook verklaringen ontvankelijk verklaard over een algemeen verbod op landmijnen en over een reeks andere onderwerpen die u bekend zijn, mijnheer de Voorzitter.
 
11
<P>
 
12
U merkt op dat andere organen bevoegd zijn voor dit soort kwesties, zoals het Bureau, de quaestoren of de Commissie begrotingscontrole.
 
13
Mijnheer de Voorzitter, dat geldt voor elke schriftelijke verklaring over de activiteiten van de Europese Unie.
 
14
Mijn schriftelijke verklaring betreft een fundamentele activiteit van de Europese Unie, namelijk de manier waarop verkozenen openbare middelen mogen besteden.
 
15
Ik vraag u, mijnheer de Voorzitter: waarom heeft u mijn schriftelijke verklaring niet-ontvankelijk verklaard?
 
16
Waar bent u bang voor?
 
17
Waarom laat uw omgeving u schrijven dat u niet kunt dulden dat deze verklaring verspreid wordt onder onze collega's, terwijl iedereen weet dat deze zaak van fundamenteel belang is?
 
18
<P>
 
19
<SPEAKER ID=2 NAME="De Voorzitter">
 
20
Mijnheer Fabre-Aubrespy, u weet heel goed waarom ik vind dat dit amendement niet ontvankelijk is. Ik heb u dat namelijk schriftelijk meegedeeld.
 
21
Maar ik hecht veel belang aan de rechten van de parlementsleden, en daarom heb ik niet zelf willen beslissen in deze zaak.
 
22
Ik heb de kwestie dan ook doorverwezen naar de commissie Reglement die bevoegd is om uit te maken of mijn interpretatie juist is of niet.
 
23
U bent zelf lid van die commissie.
 
24
U kunt uw argumenten daar kenbaar maken.
 
25
Dit is geen zaak waarover we vandaag hoeven te debatteren.
 
26
De commissie Reglement beslist, en wij houden ons aan haar beslissing.
 
27
<P>
 
28
<SPEAKER ID=3 LANGUAGE="EN" NAME="Gillis">
 
29
Mijnheer de Voorzitter, ik zou de Commissie willen vragen een verklaring af te leggen over wat zij wil gaan doen aan het grote en toenemende probleem van de volledige blokkade van Iers rundvlees in de Britse havens, die een handelsbelemmering vormt.
 
30
Momenteel breidt de blokkade zich uit en het ziet ernaar uit dat de Britse regering noch de Commissie stappen onderneemt.
 
31
Ik zou graag een verklaring hieromtrent krijgen.
 
32
<P>
 
33
<SPEAKER ID=4 LANGUAGE="EN" NAME="De Voorzitter">
 
34
Mijnheer Gillis, u weet heel goed op welke wijze u de Commissie om een verklaring kunt vragen, en als u de juiste weg bewandelt, zal de Commissie aan uw verzoek voldoen, zij het in een later stadium.
 
35
<P>
 
36
<SPEAKER ID=5 LANGUAGE="EN" NAME="Gallagher">
 
37
Mijnheer de Voorzitter, ofschoon ik de regels van dit Huis aanvaard, moeten wij ook op ad hoc basis kunnen reageren als zich een ernstige situatie voordoet.
 
38
Als Ierse rundvleesproducten bij Holyhead in zee worden gedumpt en containers niet door het Verenigd Koninkrijk mogen worden vervoerd, is het aan dit Huis, de Britse regering en de commissaris van vervoer om ervoor te zorgen dat deze Ierse containers ongehinderd door het Verenigd Koninkrijk vervoerd kunnen worden.
 
39
Ik stel het op prijs dat de protesteerders...
 
40
<P>
 
41
<SPEAKER ID=6 NAME="De Voorzitter">
 
42
Mijnheer Gallagher, zoals u weet, is dit niet het juiste tijdstip om deze kwestie aan de orde te stellen.
 
43
Ik heb de heer Gillis antwoord gegeven en daar laat ik het bij.
 
44
<P>
 
45
<CHAPTER ID=1>
 
46
Stemming
 
47
<SPEAKER ID=7 LANGUAGE="DE" NAME="Schroedter">
 
48
Mijnheer de Voorzitter, de Fractie van De Groenen is het eens met dit compromis.
 
49
Wij hebben het ondertekend en willen graag dat dit vermeld wordt.
 
50
<P>
 
51
<SPEAKER ID=8 NAME="De Voorzitter">
 
52
Wij nemen kennis van het feit dat de Fractie De Groenen in het Europees Parlement dit amendement ondersteunt.
 
53
Aangezien de rapporteur het amendement ondertekend heeft, neem ik aan dat het ook zijn steun heeft maar toch zou ik graag precies vernemen wat zijn standpunt terzake is.
 
54
<P>
 
55
<SPEAKER ID=9 NAME="Oostlander">
 
56
<SPEAKER ID=10 NAME="De Voorzitter">
 
57
Dank u, mijnheer Oostlander.
 
58
Naar het schijnt is de Vergadering het ermee eens dat dit amendement in stemming wordt gebracht.
 
59
Zo lijkt het althans, maar de heer Fabre-Aubrespy vraagt het woord.
 
60
<P>
 
61
<SPEAKER ID=11 LANGUAGE="FR" NAME="Fabre-Aubrespy">
 
62
<SPEAKER ID=12 NAME="Oostlander">
 
63
Voorzitter, wij hebben daar als EVP gesplitste stemming aangevraagd.
 
64
Ik denk dat dit het moment is om dat precies aan u voor te leggen.
 
65
Kan ik misschien de splitsing nu voorstellen of wilt u eerst over het amendement stemmen.
 
66
Ik denk dat wij dan eventueel in grote moeilijkheden zouden komen als wij beide combineren.
 
67
<P>
 
68
<SPEAKER ID=13 NAME="Wiersma">
 
69
Het is niet alleen een amendement dat moeilijk te begrijpen is, maar ik denk dat het ook een heel erg politiek amendement is, want ik neem aan dat de EVP-Fractie tegen het eerste deel van deze tekst zal stemmen.
 
70
Dat betekent in concreto in relatie met het compromisamendement aangenomen bij paragraaf 3, dat Slowakije geen pre-accessie-akkoord krijgt.
 
71
Ik ben daar in ieder geval als rapporteur tegen.
 
72
Wij zijn tegen concrete onderhandelingen met dat land, maar wij willen het niet uitsluiten.
 
73
Vandaar dat ik in mijn tekst heb voorgesteld om wel een pre-accessie-akkoord te geven.
 
74
Als wij dit weglaten, dit stukje in paragraaf 140, in relatie met wat is aangenomen bij paragraaf 3 dan heeft dat tot gevolg dat Slowakije geen pre-accessie-akkoord krijgt.
 
75
Ik ben dus tegen het voorstel van de heer Oostlander.
 
76
<P>
 
77
<SPEAKER ID=14 NAME="Oostlander">
 
78
Mijnheer de Voorzitter, als dit zo blijft staan dan zal uitsluitend bij Slowakije blijven staan dat het een accessie-akkoord krijgt en bij geen van de andere landen, zoals wij hebben afgesproken.
 
79
Dat is wat eigenaardig. Daarom heb ik gevraagd om het ook bij Slowakije weg te strepen.
 
80
Dat is het punt.
 
81
Maar ik volg u graag op uw voorstel.
 
82
Wij zullen stemmen in de onderdelen zoals u het aangeeft.
 
83
<P>
 
84
(Het Parlement neemt de resolutie aan)
 
85
<P>
 
86
<SPEAKER ID=15 NAME="Oostlander">
 
87
Mijnheer de Voorzitter, ik ben buitengewoon tevreden over dit eindresultaat.
 
88
Ik zou graag willen dat u de commissaris de gelegenheid zou geven om met name ook op de strategie die wij samen hebben omschreven te reageren, met name omdat wij graag willen weten hoe onze besprekingen in de Commissie worden voortgedragen.
 
89
<P>
 
90
<SPEAKER ID=16 NAME="Van den Broek">
 
91
<SPEAKER ID=17 NAME="De Voorzitter">
 
92
De heer Colom i Naval vraagt het woord om enkele punten toe te lichten.
 
93
<P>
 
94
<SPEAKER ID=18 NAME="Colom i Naval">
 
95
Mijnheer de Voorzitter, ik zou de aandacht willen vestigen op een paar foutjes van technische aard.
 
96
In de eerste plaats is het zo dat ik al sinds 27 oktober probeer te bereiken dat de laatste zin van paragraaf 6 van de resolutie gewijzigd wordt in: "...indien de voorgestelde hervormingen van het landbouwen het structuurbeleid niet worden verwezenlijkt of als de berekende groeipercentages niet worden bereikt" .
 
97
In de gepubliceerde tekst staat namelijk: "...en als de berekende groeipercentages niet worden bereikt" .
 
98
Ik snap niet waar deze fout vandaan komt want de tekst waarover we in de commissie hebben gestemd was in het Spaans en daarin stond of . Het gaat dus niet om een vertaalprobleem.
 
99
<P>
 
100
In de tweede plaats zijn er geloof ik nogal wat problemen met de Engelse versie, met name in paragraaf 22.
 
101
Voorgesteld werd, aan het eind van de paragraaf "then only" of "only then" toe te voegen.
 
102
Ik weet het niet.
 
103
Het is niet aan mij dit probleem op te lossen, maar ik zou erop willen aandringen dat de Engelse versie met de grootste zorg gecontroleerd wordt; velen van onze Engelse collega's hebben de tekst namelijk wel begrepen omdat zij hebben meegewerkt aan de opstelling ervan, maar zij vinden dat de uiteindelijke versie veel te wensen overlaat.
 
104
<P>
 
105
En tenslotte de Duitse versie van amendement 26, die op geen enkel punt overeenstemt met de oorspronkelijke tekst in het Engels, noch met de Spaanse tekst die ik gekregen heb, noch met de Franse tekst die ik erop heb nageslagen.
 
106
Staat u mij toe de tekst naar beste kunnen aan u voor te lezen want het gaat om een bijzonder gevoelig punt.
 
107
De laatste zin zou in het Duits moeten luiden: "Befürwortet die Beibehaltung eines Kohäsionsfonds" .
 
108
Dat is volkomen verschillend van wat er nu in de Duitse versie staat. De tekst die ik zonet heb aangehaald is de tekst die in het amendement zou moeten worden vastgelegd als dat wordt aangenomen.
 
109
Het ging namelijk om een compromisamendement en het compromis is in het Duits tot stand gekomen om vervolgens in andere talen te worden vertaald.
 
110
Indien het amendement wordt aangenomen is de door mij genoemde tekst dus degene die van kracht is.
 
111
<P>
 
112
Betreffende paragraaf 15
 
113
<P>
 
114
<SPEAKER ID=19 LANGUAGE="FR" NAME="Fabre-Aubrespy">
 
115
Mijnheer de Voorzitter, ik vraag al drie minuten het woord.
 
116
U bent nu tot de stemming overgegaan.
 
117
Rond u die nu eerst maar af, ik vraag het woord daarna wel.
 
118
Ik vraag uw medewerkers al drie minuten het woord met betrekking tot paragraaf 15.
 
119
<P>
 
120
<SPEAKER ID=20 NAME="De Voorzitter">
 
121
U heeft het woord, mijnheer Fabre-Aubrespy.
 
122
<P>
 
123
<SPEAKER ID=21 LANGUAGE="FR" NAME="Fabre-Aubrespy">
 
124
Mijnheer de Voorzitter, als een fractie een hoofdelijke stemming aanvraagt, zou ik het op prijs stellen als u dat verzoek in stemming bracht.
 
125
Het ging om paragraaf 15.
 
126
Dit staat vermeld op de uitslag van de stemmingen, maar u bent eraan voorbijgegaan.
 
127
<P>
 
128
<SPEAKER ID=22 NAME="De Voorzitter">
 
129
Mijnheer Fabre-Aubrespy, voordat we bij de oorspronkelijke paragraaf waren beland, is er een amendement aangenomen dat ervoor in de plaats kwam.
 
130
Er hoeft dus geen amendement te worden aangenomen.
 
131
<P>
 
132
<SPEAKER ID=23 LANGUAGE="FR" NAME="Fabre-Aubrespy">
 
133
Mijnheer de Voorzitter, ten eerste zijn beide amendementen waarover u het hebt, verworpen.
 
134
<P>
 
135
Ten tweede voegt een amendement een element aan een tekst toe.
 
136
De oorspronkelijke tekst kan slecht zijn, en het amendement goed.
 
137
In dat geval stem ik voor.
 
138
Als de oorspronkelijke tekst slecht is, stem ik tegen, en wel tegen de tekst als geheel.
 
139
Als er een verzoek wordt ingediend tot hoofdelijke stemming over een oorspronkelijke tekst, dan moet daar toch tenminste over gestemd worden?
 
140
Dat is toch de normaalste zaak van de wereld?
 
141
Voor de rest is er elektronisch gestemd over beide amendementen in kwestie en niet hoofdelijk.
 
142
Als er een verzoek tot hoofdelijke stemming wordt ingediend, lijkt me dat u daar rekening mee moet houden, zoals u trouwens in het algemeen voor alle fracties doet.
 
143
<P>
 
144
<SPEAKER ID=24 NAME="De Voorzitter">
 
145
Neem me niet kwalijk, mijnheer Fabre-Aubrespy, maar zo ligt het niet.
 
146
We hebben gestemd over amendement 9 van de liberale fractie, en dat is aangenomen.
 
147
We hebben amendement 21 dus verworpen.
 
148
Daarmee is de tekst vervangen door een amendement dat is aangenomen.
 
149
U heeft geen hoofdelijke stemming aangevraagd over amendement 9, maar uitsluitend over de tekst.
 
150
Als het amendement wordt aangenomen, loopt u dus het risico dat er geen hoofdelijke stemming komt.
 
151
Dan had u maar een stemming over de amendementen moeten aanvragen.
 
152
Dat is iets waar u zelf voor moet zorgen, ik kan geen twee keer laten stemmen over een tekst die is vervangen, hoofdelijk of niet hoofdelijk.
 
153
Het kan echt niet, het spijt me vreselijk.
 
154
Als u er anders over denkt, moeten we ons tot de commissie Reglement wenden.
 
155
Dat kunt u gerust doen.
 
156
<P>
 
157
(Het Parlement neemt de resolutie aan)
 
158
<P>
 
159
<SPEAKER ID=25 NAME="Wolf">
 
160
In de Europese "macroregio" had er allang gezorgd moeten worden voor een havenstaatcontrole.
 
161
Het is dus een heuglijk feit dat er nu eindelijk serieus werk van gemaakt wordt en er een strenge controle komt, die - zoals in het verslag met ongelofelijke naïviteit (of cynisme?) wordt gesteld - tenminste een "daadwerkelijke naleving" van de ISM-code afdwingt.
 
162
Het valt te hopen dat dit ook werkelijk zal geschieden.
 
163
Wij zullen dit nauwgezet in het oog moeten houden, zodat het geen loze belofte blijft.
 
164
<P>
 
165
Het verslag wijst echter op een nieuw probleem, dat nu reeds zichtbaar wordt. Als de voorschriften van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) en de ISM-codes in Europa strikt toegepast worden, zullen er steeds meer stemmen opgaan die deze codes willen afzwakken!
 
166
Op de lange duur kan dit uitsluitend worden voorkomen wanneer enerzijds de internationale wetgevende instanties voor het zeevervoer een Europese beleid uitstippelen met duidelijke, bindende, sociale en ecologisch verantwoorde regels, en er anderzijds eigen flankerende Europese richtlijnen in werking treden die de bescherming van het milieu en de sociale aspecten van het zeevervoer op wereldschaal regelen.
 
167
<P>
 
168
Het verslag-Bazin doet inderdaad een aantal concrete voorstellen in deze richting.
 
169
Wij steunen derhalve dit verslag, hoewel wij ervan overtuigd zijn dat wat thans vereist is, veel meer zou moeten omvatten.
 
170
<P>
 
171
Verslag-Oostlander en Barón Crespo (A4-0368/97)
 
172
<SPEAKER ID=26 LANGUAGE="DA" NAME="Bonde">
 
173
Mevrouw de Voorzitter, wanneer de toekomstige historici ons tijdperk zullen beoordelen, zal het hoofdstuk over de muur tussen Oost en West belangrijk zijn.
 
174
De vraag is alleen wat de titel van het hoofdstuk zal zijn: de val van de muur of de verplaatsing van de muur.
 
175
Wij zijn allemaal blij met de val van de muur, maar we zijn volop bezig de muur te verplaatsen.
 
176
Nu trekken we door heel Noord-Afrika muren op rond het "Fort Europa" , zodat de armen in hun armoede kunnen blijven leven.
 
177
Wij doen aan dumping op hun markten en veroorzaken honger.
 
178
Wij werpen barrières op voor de verkoop van hun producten.
 
179
We geven hun niet de hulp die ze nodig hebben om zichzelf te kunnen behelpen.
 
180
In Centraal-Europa verplaatsen wij de oude muur die op de Duitse grens stond, oostwaarts.
 
181
Tsjechië, Hongarije en Slovenië mogen in het jaar 2004 tot de Unie toetreden, maar tegenover de dichtstbevolkte en armste landen houden wij het been stijf.
 
182
In het Baltisch gebied willen wij van de Finse bocht een EU-binnenzee maken via onderhandelingen met Estland met zijn 1, 5 miljoen inwoners, terwijl wij Letland met 2, 6 en Litouwen met 3, 7 miljoen inwoners in de kou laten staan tot betere tijden aanbreken.
 
183
De leuze is nog steeds "Verdeel en heers" , zoals ten tijde van de muur, terwijl we nu de kans hebben een ongesplitst en verenigd Europa te bouwen.
 
184
De sterke vredesbewegingen uit de jaren zeventig en tachtig zijn er niet in geslaagd de opsplitsing van Europa tegen te gaan.
 
185
De haviken zijn er met hun militaire wedloop en afschrikking evenmin in geslaagd.
 
186
Het zijn de Oost-Europeanen zelf die de muur omver hebben gegooid. Nu proberen wij echter de brokstukken te verzamelen om een nieuwe muur op te richten.
 
187
Van ijzeren muur naar zilveren gordijn.
 
188
Dat kunnen we niet doen.
 
189
Europa moet openstaan voor iedereen.
 
190
Wij moeten een open, vrijere en meer flexibele Europese samenwerking tot stand brengen, waarvan niemand uitgesloten wordt.
 
191
Onze fractie draagt de naam het Europa van nationale staten.
 
192
Wij willen een Europa van alle nationale staten.
 
193
<P>
 
194
<SPEAKER ID=27 LANGUAGE="EN" NAME="Truscott">
 
195
Mevrouw de Voorzitter, namens de Britse Labourleden van het EP zou ik willen benadrukken dat wij helemaal achter het beginsel van de uitbreiding en het merendeel van het verslagOostlander/Barón.
 
196
Door niet aan de laatste stemming deel te nemen willen wij echter duidelijk maken dat wij vinden dat de definitieve tekst onvoldoende duidelijkheid verschaft omtrent het punt van de differentiatie.
 
197
Ons inziens, zou het beter voor de EU en de kandidaatlanden zijn om duidelijk te zijn over het voorziene uitbreidingsproces.
 
198
Onder deze omstandigheden is volstrekte duidelijkheid vereist en daarom zijn wij van mening dat de "vijf-plus-een" -optie, met een verbeterde toetredingsstrategie voor alle kandidaatlanden, de juiste weg is.
 
199
<P>
 
200
Tot slot zou ik willen benadrukken dat wij het uitbreidingsproces een succesvol verloop toewensen, en dat wij uitzien naar de toetreding van alle kandidaatlanden die voldoen aan de voorwaarden zoals afgesproken tijdens de Top van Kopenhagen.
 
201
<P>
 
202
<SPEAKER ID=28 LANGUAGE="DE" NAME="Flemming">
 
203
Mevrouw de Voorzitter, Oostenrijk heeft in een referendum het gebruik van kernenergie verworpen en samen met de Bondsregering en alle in het parlement vertegenwoordigde partijen streven wij in Midden-Europa naar een gebied zonder kerncentrales.
 
204
Daarom was het, naar ik mag hopen voor alle Oostenrijkse afgevaardigden, vanzelfsprekend om voor amendement 39 te stemmen.
 
205
<P>
 
206
<SPEAKER ID=29 LANGUAGE="DE" NAME="Posselt">
 
207
Mevrouw de Voorzitter, de heer Bonde heeft zijn toelichting duidelijk voorafgaand aan de stemming geschreven.
 
208
Vandaag is een belangrijke dag voor het Parlement, want de hemel- en hel-strategie van de Commissie werd verworpen. Hiermee bedoel ik het idee om vijf landen in de hemel op te nemen en de vijf andere naar de hel te verbannen, hoewel zij alle tien, met inbegrip van de EU zelf, thuishoren in het vagevuur van verregaande politieke en economische hervormingen.
 
209
Wij hebben hiervoor de bakens verzet.
 
210
Wij willen een soepele procedure, omdat niemand in deze landen weet hoe de politieke en economische situatie in het jarenlange toetredingsproces zal evalueren.
 
211
Het is, met andere woorden, niet zinvol al aan het begin van het schooljaar rapportcijfers uit te delen.
 
212
Dat is ontmoedigend voor degene die goede cijfers heeft gekregen, maar ook voor degene die slechte cijfers heeft gekregen. Want de een gelooft dat hij de zaak al voor elkaar heeft, terwijl de ander denkt dat het helemaal geen zin heeft, wanneer hij zijn best doet.
 
213
Wij willen derhalve een toetredingsproces dat rekening houdt met de resultaten en alle toetredingskandidaten in het proces betrekt.
 
214
Dit heeft het Parlement vandaag met een grote meerderheid als wil van de Europese burgers tot uitdrukking gebracht en ik roep de regeringen op, zich hierbij aan te sluiten.
 
215
<P>
 
216
<SPEAKER ID=30 NAME="Ahlqvist, Andersson, Theorin en Wibe">
 
217
Wij vinden dat het van belang is dat alle kandidaatlanden deelnemen aan het uitbreidingsproces, ongeacht het niveau van hun voorbereiding, en dat alle landen aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen en op dezelfde manier worden behandeld.
 
218
Daarom moeten onderhandelingen met alle landen tegelijk geopend worden.
 
219
Na de multilaterale acquis-onderhandelingen, die wel een jaar kunnen duren, moeten bilaterale onderhandelingen geopend worden met de landen die er dan klaar voor zijn, waarschijnlijk die van de "vijf-plus-een" -formule van de Commissie, maar eventueel ook andere landen als zij zo ver zijn.
 
220
Het voordeel van een dergelijke oplossing is dat wij bepaalde landen niet bij voorbaat buitensluiten, maar ze in plaats daarvan aanmoedigen het ambitieuze streven van voorbereiding op het lidmaatschap voort te zetten.
 
221
<P>
 
222
<SPEAKER ID=31 NAME="Bébéar">
 
223
We hebben ongeveer tien jaar de tijd om van de uitbreiding van de Europese Unie met dertien nieuwe lidstaten een succes te maken.
 
224
Het is van het grootste belang dat we daar nu al een strategie voor bepalen.
 
225
<P>
 
226
Er dreigen op dit moment een aantal gevaren.
 
227
Allereerst dat van een nieuwe scheiding tussen arme en rijke landen en regio's, maar ook dat van een verwatering van het beslissingsproces in de Europese Unie.
 
228
<P>
 
229
In grote lijnen ben ik het eens met het verslag-Oostlander/Barón Crespo, in het bijzonder met de stelling dat er snel een institutionele hervorming van de Europese Unie moet komen voor er sprake kan zijn van nieuwe aansluitingen.
 
230
<P>
 
231
Aan de andere kant vind ik dat de toetredingsonderhandelingen over een langere periode moeten worden gespreid, in overeenstemming met de voortgang van de democratische en economische hervormingen in de kandidaatlidstaten.
 
232
<P>
 
233
Onderhandelingen met elk land afzonderlijk zouden een stimulerende invloed hebben op alle kandidaten, of zij nu wel of niet voldoen aan de normen van de Gemeenschap.
 
234
Op die manier zou de uitbreiding concreter verlopen, zou er meer vaart achter de voorbereidingen worden gezet en zouden achterblijvers zich sneller geroepen voelen hun achterstand in te halen.
 
235
<P>
 
236
Gelijktijdige toetredingsonderhandelingen lijken me te log en daarom riskant.
 
237
Als er iets mis gaat, lopen de hervormingen in de kandidaat-lidstaten vertraging op en wordt hun moeite tenietgedaan.
 
238
<P>
 
239
Ik stem dus voor het verslag-Oostlander/Barón Crespo, maar ik benadruk daarbij wel het belang van een goede begeleiding en van voorlopig lidmaatschap.
 
240
Het is onze plicht hierop toe te zien en te zorgen dat de kandidaten zich als partners ontwikkelen binnen bestaande Europese programma's.
 
241
<P>
 
242
<SPEAKER ID=32 NAME="Bernardini">
 
243
Het wordt tijd dat wij als Parlement een standpunt innemen over de mededeling van de Commissie "Agenda 2000 - Naar een sterkere en grotere Unie" .
 
244
Allereerst wil ik de rapporteurs van de Commissie buitenlandse zaken, veiligheids- en defensiebeleid een compliment geven voor hun uitstekende werk, dat goed laat zien hoe moeilijk de uitbreiding ligt.
 
245
Uiteraard willen wij de Gemeenschap uitbreiden, maar niet tot elke prijs.
 
246
Met vijftien lidstaten stuiten wij al op de beperkingen van onze instellingen.
 
247
Hoe moet dat dan als we met z'n twintigen zijn?
 
248
<P>
 
249
Europa mag deze uitdaging niet uit de weg gaan.
 
250
Integendeel, we moeten deze uitdaging met beide handen aanpakken, maar dan wel met een beter uitgewerkte strategie, met voorlopige aansluiting als uitgangspunt.
 
251
Naar het idee van Lionel Jospin moet er een Europese conferentie van kandidaat-lidstaten komen.
 
252
<P>
 
253
Verder moeten we nadenken over de richtsnoeren voor de uitbreiding.
 
254
Er staat ons een moeilijke evenwichtsoefening te wachten: aan de ene kant mogen we onze bestedingslimieten niet overschrijden, aan de andere kant mogen we niet raken aan ons intern beleid (gemeenschappelijk landbouwbeleid en structuurfondsen).
 
255
<P>
 
256
Uiteraard zal de uitbreiding concessies vergen, maar laten we niet ondoordacht te werk gaan en de zaak binnen de perken houden.
 
257
<P>
 
258
<SPEAKER ID=33 NAME="Berthu">
 
259
Het verslag-Oostlander/Barón Crespo over de aanpak die de Commissie wil volgen bij de uitbreiding, levert vanuit politiek oogpunt weliswaar een onmisbare bijdrage aan de discussie, maar slaat vanuit financieel oogpunt een volkomen heilloze weg in.
 
260
<P>
 
261
De Commissie was van plan om de Oost-Europese kandidaat-leden op een willekeurige manier te selecteren. Het verslag maakt hier korte metten mee.
 
262
Enkele nuances daargelaten wordt gesteld dat alle kandidaten van meet af aan bij het aansluitingsproces moeten worden betrokken. Deze stellingname lijkt ons politiek gerechtvaardigd.
 
263
We mogen immers niet het risico lopen dat we al op voorhand een deel van onze buren in het Oosten marginaliseren, want vroeg of laat zullen ze zich onvermijdelijk bij ons aansluiten. In het voorbijgaan vestig ik uw aandacht op een nieuwigheid: het Parlement distantieert zich van de Commissie en corrigeert een overdreven technocratisch plan.
 
264
Dat dit nog maar vaak moge gebeuren!
 
265
<P>
 
266
Helaas wordt deze mooie politieke stellingname onmiddellijk vertroebeld door een onhandige aanpak van de financiën. Het rapport wil dat er een clausule in het leven wordt geroepen die de begroting van de Gemeenschap verhoogt als de limiet van 1, 27 % van het bruto binnenlands product te laag mocht blijken.
 
267
Dit laatste zal onvermijdelijk gebeuren als we hardnekkig blijven volhouden dat de landen van Oost-Europa snel en op voet van gelijkheid moeten integreren in het economisch en politiek stelsel van de Unie.
 
268
<P>
 
269
Een aantal sprekers ziet het gevaar aankomen en vindt dat we de uitgangspunten van de Europese Unie moeten aanpassen. Willen we de Unie succesvol uitbreiden, dan moeten we ons volgens hen concentreren op een politieke unie voordat we ons wagen aan economische uniformisering.
 
270
Dit idee gaat in de goede richting, maar is in onze ogen ontoereikend.
 
271
Wat wordt er namelijk bedoeld met de mooie term "politieke unie" ?
 
272
Deze term laat de meest uiteenlopende interpretaties toe, gaande van een Europese superstaat tot een federaal Europa zoals dat nu bestaat volgens paragraaf 35 die dit Parlement zelf heeft goedgekeurd.
 
273
<P>
 
274
Wij zijn gekant tegen elke invulling van het begrip "politieke unie" die integratie langs de achterdeur weer naar binnen brengt. Het spreekt voor zich dat de voorstanders van een Europa van nationale staten hier niets van willen weten.
 
275
<P>
 
276
Wij verwerpen in het bijzonder de arrogante, zo niet laatdunkende houding dat de landen van Oost-Europa onze regels maar over hebben te nemen en zichzelf niet meer mogen zijn als zij deel willen uitmaken van de Unie.
 
277
Zo eist het Europees Parlement in paragraaf 96 van de resolutie dat Estland "leden van minderheidsgroeperingen makkelijker in staat stelt de Estse nationaliteit te verwerven" .
 
278
En dit is maar een van de vele voorbeelden.
 
279
Waar bemoeien wij ons mee?
 
280
<P>
 
281
Wij stellen ons de Unie heel anders voor.
 
282
Zoals onze collega Souchet het gisteravond uit naam van de Fractie van onafhankelijken voor het Europa van de Nationale Staten zo mooi heeft gezegd: de Europeanen zitten al tien jaar in een doodlopend straatje, omdat ze zich de Unie als een monolithisch geheel voorstellen.
 
283
Sinds de val van de Berlijnse Muur hadden we veel sneller tot samenwerking met Oost-Europa kunnen komen, als we Europa van meet af aan flexibel hadden opgevat.
 
284
Dan hadden we onmiddellijk de meest dringende zaken kunnen aanpakken met gedifferentieerde vormen van samenwerking, en wel binnen het ruimere en niet noodzakelijk beperkende kader van de Europese Unie.
 
285
Op die manier hadden we de zaken soepel kunnen regelen zonder iemand uit te sluiten of onder druk te zetten.
 
286
<P>
 
287
Maar dit veronderstelt natuurlijk dat elk land een zekere manoeuvreerruimte behoudt, met andere woorden, een mate van soevereiniteit binnen de Unie. En dat konden de goeroes van het federalisme niet dulden.
 
288
<P>
 
289
Gelukkig zijn er ook positieve ontwikkelingen, de zaak is nog niet verloren. Zo hebben de Commissie en de Raad een stap in de richting van een soepel Europa gezet door een zogenaamde Europese conferentie voor te stellen, een overlegorgaan voor intergouvernementele samenwerking tussen de landen van de Unie en de kandidaatlidstaten.
 
290
Helaas dreigt dit goede idee te worden ondermijnd door het Franse initiatief om Turkije ook tot die conferentie toe te laten. Daardoor blijft er niet veel ruimte voor discussie meer over.
 
291
Moeten we nu een tweede conferentie in het leven gaan roepen zonder Turkije?
 
292
<P>
 
293
<SPEAKER ID=34 NAME="Capucho">
 
294
De afgevaardigden van de Fractie van de Europese Volkspartij stemden voor het verslag Oostlander/Barón Crespo, geheel overeenkomstig het beginselstandpunt ten gunste van uitbreiding van de Europese Unie naar alle Europese staten die aan de noodzakelijke politieke, economische en sociale voorwaarden voldoen.
 
295
<P>
 
296
Wij willen benadrukken dat deze uitbreiding het evenwicht dat in de loop van de geschiedenis van de Europese eenwording met moeite is verkregen - evenwicht tussen beleidslijnen (interne markt en economische en sociale samenhang), evenwicht in de begroting en bovenal institutioneel evenwicht in het Europese besluitvormingsproces - niet in gevaar mag brengen.
 
297
<P>
 
298
Wat de ontwikkeling van de instellingen betreft, vinden wij dat we overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam geleidelijk te werk moeten gaan en het beginsel van gelijkheid tussen de lidstaten volledig moeten respecteren.
 
299
<P>
 
300
Voor de PPE-Fractie is de duidelijke vorm waarin dit verslag het respect van de democratie en de individuele vrijheden tot absolute vereiste van de toetreding van de nieuwe lidstaten maakt, even belangrijk.
 
301
Derhalve zijn wij van mening dat Slowakije op dit moment niet in dezelfde situatie verkeert als de andere kandidaten.
 
302
<P>
 
303
<SPEAKER ID=35 NAME="De Melo">
 
304
Wij denken dat alle fracties van het Europees Parlement en alle landen van de Europese Unie het wel eens zullen zijn over de aanvaardbaarheid van Cyprus als volwaardig lid van de Europese Unie.
 
305
<P>
 
306
Dit land beschikt over de mogelijkheden om het acquis communautaire over te nemen, zich bij de Economische en Monetaire Unie aan te sluiten en mee te werken aan het gemeenschappelijk buitenlands en defensiebeleid, en voldoet dus aan alle vereisten om zijn verzoek tot toetreding beloond te zien.
 
307
<P>
 
308
Voor het probleem van de gedwongen opdeling van Cyprus in twee gemeenschappen kan de toetreding van Cyprus tot de Europese Unie zeker een begin van een oplossing vormen. Het kan Turkije motiveren om deze en andere kwesties op te lossen en een betere relatie met onze Unie op te bouwen.
 
309
<P>
 
310
Om deze belangrijke redenen steunen wij het verzoek tot toetreding van Cyprus tot de Europese Unie en kiezen wij, geheel overeenkomstig het standpunt van de Verenigde Naties, de regering van de Republiek Cyprus als enige onderhandelaar in de komende besprekingen.
 
311
<P>
 
312
<SPEAKER ID=36 NAME="Eriksson, Sjöstedt en Svensson">
 
313
Wij Zweden, leden van Noords Groen Links hebben besloten om ons bij de eindstemming van stemming te onthouden.
 
314
Dit doen wij omdat wij het niet eens zijn met verscheidene conclusies die in het verslag worden getrokken.
 
315
Ons uitgangspunt ten aanzien van de uitbreiding van de EU is dat de Unie die Europese landen moet verwelkomen die voldoen aan de eis van democratie, en waarvan de meerderheid van de bevolking via een democratisch proces heeft laten zien dat zij deel wil uit maken van de Unie.
 
316
Als deze landen ervoor kiezen zich niet bij de EU aan te sluiten, dient de Unie bij te dragen aan andere vormen van Europese samenwerking.
 
317
Het is van belang te beseffen dat de meeste Oost-Europese landen momenteel niet in aanmerking komen voor een EU-lidmaatschap.
 
318
Samenwerking tussen alle zelfstandige landen van Europa is daarom het belangrijkste voor de toekomst van Europa.
 
319
<P>
 
320
Wij hebben tegen verscheidene punten uit het verslag gestemd.
 
321
Wij vinden niet dat nieuwe centralistische, institutionele hervormingen als voorwaarde voor de uitbreiding gesteld mogen worden.
 
322
Wij denken daarentegen dat nog meer centralisme, een gemeenschappelijk defensiebeleid en de EMU, de samenwerking met verscheidene Europese landen in de weg staan.
 
323
Wij kunnen niet accepteren dat de kosten van de EU stijgen.
 
324
Er zijn juist forse bezuinigingen en hervormingen binnen het regionaal en landbouwbeleid noodzakelijk.
 
325
Daarom wijzen wij langdurige opneming in het gemeenschappelijk landbouwbeleid ook af.
 
326
Het lidmaatschap van de nieuwe landen mag geen "B-lidmaatschap" worden dat minder inhoudt dan dat van de andere lidstaten.
 
327
Wij kunnen evenmin accepteren dat er vrijwel volledige, eenzijdige aanpassing aan de interne markt en de regelgeving van de EU wordt geëist.
 
328
Een toekomstige uitbreiding moet daarentegen gekenmerkt worden door respect voor de kandidaat-landen en hun omstandigheden.
 
329
<P>
 
330
<SPEAKER ID=37 NAME="Gahrton, Holm en Schörling">
 
331
Wij hebben ons van stemming onthouden, hoewel het besluit van het Parlement op bepaalde punten een verbetering inhoudt ten opzichte van de lijn die de parlementaire commissie en vooral de Commissie voorstond.
 
332
<P>
 
333
Het compromis betreffende paragraaf 3 dat tijdens deze vergadering gesloten is zonder dat de leden inzage hadden in de tekst is zowel parlementair twijfelachtig, als onduidelijk.
 
334
Wij hadden de voorkeur gegeven aan de duidelijker aanbeveling van de commissie dat de onderhandelingen met alle landen geopend moeten worden.
 
335
Maar wat wij vooral niet kunnen accepteren is, dat een nieuwe wijziging van het Verdrag, met als doel om nog meer de richting van een "federale staat" uit te gaan, als absolute voorwaarde wordt gesteld voordat een nieuwe lidstaat kan toetreden.
 
336
Wij vinden dat nieuwe lidstaten moeten kunnen meebeslissen over de ontwikkeling van de EU.
 
337
<P>
 
338
<SPEAKER ID=38 NAME="Habsburg-Lothringen, Schierhuber, Stenzel">
 
339
Wij stemmen voor amendement 97 met betrekking tot paragraaf 85 van het verslag-Oostlander.
 
340
<P>
 
341
De kwestie van de overgangstermijn hangt nauw samen met het tijdstip waarop de toetredingsverdragen van kracht zullen worden. Aangezien men op dit moment niet kan zeggen, wanneer dit het geval zal zijn, is het moeilijk om nu reeds concrete overgangstermijnen vast te leggen.
 
342
<P>
 
343
Het eerste gedeelte van de zin over de planning en financiering, dat in het voorgestelde amendement geschrapt is, heeft toch een zeker belang.
 
344
Ondergetekenden hebben verschillende keren geëist dat de toetredingskandidaten voorstellen en programma's voorleggen, waarin de termijnen en plannen voor de omzetting van het Gemeenschapsrecht worden genoemd.
 
345
<P>
 
346
Wanneer men eist, dat de gehele acquis snel moet worden overgenomen, moet men tevens bedenken dat dit voor de toetredende landen een aanleiding zou kunnen zijn, om verplichtingen op zich nemen die zij niet kunnen nakomen. Zo kan de naleving van milieueisen ertoe leiden dat de uitbreiding van de Europese Unie naar het oosten wordt uitgesteld.
 
347
<P>
 
348
Ook het feit dat de door de EU ter beschikking gestelde financiële middelen, overigens net als in de desbetreffende landen zelf, beperkt zijn, spreekt tegen het vastleggen van een te korte overgangsperiode. Eist men een korte overgangsperiode, dan kan dit er bovendien toe leiden dat de landen juist om die reden meer geld eisen.
 
349
<P>
 
350
<SPEAKER ID=39 NAME="Pirker, Rack, Rübig">
 
351
Wij zijn het eens met de overwegingen O tot en met Q, maar willen de formulering van overweging O over Slowakije nader toelichten.
 
352
<P>
 
353
Met name de laatste vergadering van de gemengde parlementaire commissie met Slowakije heeft aangetoond dat er concrete stappen zijn genomen om voor de toekomstige toetreding tot de Europese Unie meer rekening te houden met de politieke criteria dan tot nu toe het geval was.
 
354
Hoewel wij nog steeds van mening zijn dat Slowakije zich in de komende tijd moet concentreren op de criteria van Kopenhagen, willen wij op grond van de aanbevelingen van de gemengde parlementaire commissie ervoor pleiten, de Republiek Slowakije in volle omvang te betrokken bij de huidige gesprekken over de uitbreiding van de Europese Unie.
 
355
<P>
 
356
Slowakije heeft zich voor een toetreding tot de Europese Unie grote inspanningen getroost.
 
357
Wij moeten derhalve van onze kant de noodzakelijke voorwaarden scheppen voor de verwezenlijking van dit belangrijke doel.
 
358
<P>
 
359
<SPEAKER ID=40 NAME="Kirsten">
 
360
Jensen en Sindal, schriftelijk. (DA) De Deense sociaal-democraten stemmen voor het verslag over "Agenda 2000 - Een uitgebreid en versterkt Europa" .
 
361
Wij doen dit omdat het verslag ervoor pleit met alle kandidaatlanden onderhandelingen te beginnen.
 
362
Het verslag verwerpt het voorstel van de Commissie om alleen met 5 plus 1 landen onderhandelingen over de toetreding tot de Europese Unie te starten.
 
363
Dit is een zeer belangrijk punt voor de Deense sociaal-democraten, omdat wij van mening zijn dat het van het allergrootste belang is naar alle kandidaat-landen een signaal te sturen dat zij de mogelijkheid hebben om het lidmaatmaatschap van de Unie te verwerven.
 
364
<P>
 
365
Het verslag over "Agenda 2000 - Een uitgebreid en versterkt Europa" schept op bepaalde gebieden evenwel problemen.
 
366
Daarom hebben wij tegen enkele punten van het verslag gestemd.
 
367
Het verslag stelt institutionele hervormingen als voorwaarde voor uitbreiding.
 
368
Dat is bedroevend, want het Europees Parlement mag geen hinderpalen voor de uitbreiding opwerpen.
 
369
<P>
 
370
<SPEAKER ID=41 NAME="Jensen, Lis">
 
371
Ik kan niet voor de verslagen van de heren Oostlander en Barón Crespo stemmen, hoewel ze een formele aanbeveling doen om de toetredingsonderhandelingen met alle landen terzelfdertijd te starten.
 
372
Ik sta volledig achter deze aanbeveling, ook al zal ik de landen in Oost- en Centraal-Europa en hun bevolkingen de toetreding tot de Unie in elk geval steeds afraden - om hun eigen bestwil.
 
373
<P>
 
374
In werkelijkheid verwoordt het verslag niets meer dan het huidige standpunt van de Commissie met betrekking tot de eisen die aan de landen in Oost- en Centraal-Europa worden gesteld.
 
375
Uit aanbeveling R blijkt duidelijk dat deze landen geen mogelijkheid krijgen "opt-outs" of uitzonderingen op het Verdrag te bedingen.
 
376
Samen met de geformuleerde standpunten in punt 5 bevestigt dit dat de landen in Oost- en Centraal-Europa helemaal geen onderhandelingsmogelijkheden hebben om bijvoorbeeld economische uitzonderingsmaatregelen te bekomen die hun toetreding zouden kunnen vergemakkelijken.
 
377
Deze standpunten zijn een uiting van de economische en politieke arrogantie, die kenmerkend is voor de relatie tussen de EU en de landen in Oost- en Centraal-Europa en zij tonen tevens aan dat er meer belang wordt gehecht aan de politieke EU-integratie dan aan de landen in Oosten Centraal-Europa zelf.
 
378
Om deze redenen kan ik niet voor het verslag stemmen.
 
379
<P>
 
380
<SPEAKER ID=42 NAME="Lindqvist">
 
381
Het zou het beste geweest zijn de onderhandelingen met alle kandidaatlanden tegelijk te openen zonder terughoudendheid en zonder ze in te delen in groepen.
 
382
Wij zouden alle kandidaatlanden dezelfde mogelijkheden moeten bieden.
 
383
<P>
 
384
Het voorstel van de Commissie om een indeling te maken in een A- en B-groep zal ertoe leiden dat er nieuwe muren tussen de kandidaat-landen gebouwd worden, zoals bijvoorbeeld in het Baltisch gebied en hierdoor zal het uitbreidingsproces bemoeilijkt worden.
 
385
De uitbreiding is van belang om een samenwerkingsverband binnen heel Europa te creëren, aangezien er juist meer nadruk gelegd wordt op de samenwerking tussen zelfstandige landen dan op het bouwen aan de Unie.
 
386
<P>
 
387
Het voorstel van de commissie ligt erg dicht bij "het beste voorstel" . Daarom heb ik voor het verslag gestemd.
 
388
Ik heb eveneens het voorstel gesteund om een "Europese conferentie" te houden voor álle landen die een toetredingsaanvraag hebben ingediend, inclusief Slowakije en Turkije.
 
389
Ik kan echter niet akkoord gaan met de eis dat er eerst een nieuwe intergouvernementele conferentie gehouden moet worden voordat wij de onderhandelingen kunnen openen.
 
390
<P>
 
391
<SPEAKER ID=43 NAME="Rosado Fernandes">
 
392
Wij waren altijd al voor uitbreiding.
 
393
Wij gingen zelfs verder dan de hypocrisie en slinksheid van anderen die de uitbreiding enkel verdedigen omdat zij nieuwe markten oplevert of omdat de politieke unie op die manier moeilijker te verwezenlijken is.
 
394
Wij gingen verder en plaatsten de uitbreiding uitdrukkelijk in een moreel kader, want wat op het spel staat is niets minder dan de consolidering van de democratie in deze landen, een van de belangrijkste doelstellingen van Europa waarvoor wij al tientallen jaren vechten.
 
395
<P>
 
396
Maar we willen niet zomaar een uitbreiding en wij verwerpen de arrogante houding die Europa zich aanmeet.
 
397
<P>
 
398
Voor ons moet de uitbreiding aan tenminste drie criteria voldoen.
 
399
Ten eerste de basis voor ons beleid: de grote Europese politieke doelstellingen moeten vanaf het begin aan de pre-toetredingsonderhandelingen ten grondslag liggen.
 
400
Ten tweede is succes uitgesloten indien het huidige proces van economische en sociale samenhang in de vijftien lidstaten om ongeacht welke reden - inclusief begrotingsredenen - in gevaar wordt gebracht, hoe minimaal deze schade ook is.
 
401
Ten derde mag, in tegenstelling tot wat de Commissie voorstelt, geen enkel land bij de opening van de onderhandelingen worden gediscrimineerd.
 
402
Het is al erg genoeg dat we ons allemaal in een soort loterij gaan storten; het hoeft niet ook nog een Russische roulette te worden!
 
403
<P>
 
404
Tot slot de arrogantie van de Europese Unie.
 
405
In plaats van de les te lezen aan volkeren van wie wij misschien nog wat kunnen leren of die ons ten minste kunnen helpen onze moeilijkheden te boven te komen, zouden we beter eerst eens naar ons zelf kijken en, alvorens wat dan ook op te leggen, eerst de problemen oplossen waarvan wij denken dat ze alleen bij anderen heersen.
 
406
<P>
 
407
Concluderend zou ik willen zeggen: uitbreiding ja, maar niet tegen elke prijs!
 
408
Een beetje realisme alstublieft?
 
409
<P>
 
410
<SPEAKER ID=44 NAME="Rovsing">
 
411
De koude oorlog is ten einde en de EU heeft een unieke, historische mogelijkheid Europa, dat al te vaak het toneel van bloedige en verwoestende oorlogen is geweest, te verenigen.
 
412
Het lijdt dan ook geen twijfel dat de Europese Unie de vereiste stappen moet zetten om Oost- en Centraal-Europa met de EU te verenigen.
 
413
Bij de onderhandelingen moeten de kandidaat-landen als volwaardige partners worden behandeld.
 
414
Dit schept geloofwaardigheid en zal de toekomstige lidstaten sneller bewust maken van hun verantwoordelijkheid voor de democratische en humanistische idealen van de EU.
 
415
Alle kandidaat-landen moeten het recht krijgen om op hetzelfde ogenblik toetredingsonderhandelingen met de Unie te beginnen.
 
416
<P>
 
417
De duur van de onderhandelingen zal afhankelijk zijn van de mate waarin het kandidaat-land in staat is de regelgeving van de Unie over te nemen, een markteconomie tot stand te brengen die de concurrentie aankan, stabiele instellingen te creëren die waken over de rechtsstaat, de democratie, de mensenrechten, de eerbiediging en bescherming van minderheden.
 
418
Vóór de toetreding van de nieuwe landen moet de EU zo snel mogelijk werk maken van een institutionele hervorming die ervoor kan zorgen dat een EU met 25 landen ook doelmatig en efficiënt kan werken.
 
419
Tevens moet de communautaire regelgeving op het gebied van milieu een grote betekenis krijgen en moet de periode waarover de lidstaten beschikken om hun regels aan te passen, nog worden ingekort.
 
420
Over het algemeen gesproken kunnen we echter tevreden zijn met het verslag van het Parlement en met "Agenda 2000" van de Commissie.
 
421
<P>
 
422
<SPEAKER ID=45 NAME="Souchet">
 
423
Volgens de voorstellen van de Commissie moet de landbouw van de vijftien huidige lidstaten op gaan draaien voor de financiële gevolgen van de uitbreiding. De Commissie heeft destijds niet gekozen voor de enige zinnige aanpak, namelijk een flexibel Europa, en verschuilt zich nu achter het essentiële belang van de uitbreiding om de landbouw onder handen te nemen.
 
424
<P>
 
425
In haar mededeling "Agenda 2000" , in de wandeling het "Pakket Santer" genoemd, laat de Commissie volledig na een Europees landbouwmodel te formuleren dat los staat van het Amerikaanse model of van dat van de landen van de groep van Cairns.
 
426
<P>
 
427
De Commissie neemt haar toevlucht tot een aantal kunstgrepen om langs een omweg het gemeenschappelijk landbouwbeleid zo pijnloos mogelijk te hervormen, en dit terwijl de volgende onderhandelingsronde van de Wereldhandelsorganisatie pas voor 1999 op het programma staat.
 
428
<P>
 
429
Om wat voor kunstgrepen gaat het?
 
430
<P>
 
431
Om te beginnen komt de Commissie met zes doelstellingen voor een toekomstig gemeenschappelijk landbouwbeleid waar niemand iets op tegen kan hebben.
 
432
Maar als we de gekozen middelen nader bekijken, merken we dat die het tegenovergestelde bereiken van de principes die de Commissie zelf heeft geformuleerd.
 
433
Zo zegt de Commissie dat ze de landbouw milieuvriendelijker wil maken, maar tegelijkertijd wil ze de prijs van het rundvlees verlagen en vergeet ze zogenaamd de productie van met gras gevoederde melkkoeien te compenseren.
 
434
<P>
 
435
Verder beweert de Commissie de geplande prijsverlagingen voor de periode 2000-2006 te compenseren, maar uit onze studie blijkt dat die compensatie de prijsval helemaal niet dekt.
 
436
Een aantal landbouwsectoren zal 50 % aan inkomsten verliezen, en de Europese landbouw als geheel gaat er zo'n 20, 5 miljard ecu op achteruit, dat wil zeggen voor meer dan 20 % van zijn netto toegevoegde waarde in 1996.
 
437
<P>
 
438
Dit aanzienlijke en soms abrupte inkomensverlies dreigt de getroffen landbouwbedrijven te ruïneren.
 
439
Bovendien wil de Commissie in het geniep de steun per bedrijf gaan beperken.
 
440
De Europese landbouwers zullen dus juridische kunstgrepen moeten gebruiken om te kunnen blijven leven, of liever overleven, van hun arbeid.
 
441
Wij stellen een simpele vraag: zou het niet beter zijn om de steun per arbeidsplaats te beperken, zodat alleen de echte landbouwers profiteren van de Europese steun. Op die manier stimuleren we de werkgelegenheid in de landbouw en op het platteland.
 
442
Waarom heeft de Commissie deze mogelijkheid niet in overweging genomen?
 
443
<P>
 
444
Wij willen een echt landbouwbeleid, een beleid dat de band van producten met hun streek van oorsprong in stand houdt. Wij willen geen landbouw die zich beperkt tot het leveren van grondstoffen die om het even waar geproduceerd zijn, als het maar goedkoop is, grondstoffen waarvan de prijzen uitsluitend door de wereldmarkt bepaald worden en waarvan de productie dus onvermijdelijk gedelokaliseerd zal worden.
 
445
De band met de eigen streek en een voorkeur voor producten uit de Gemeenschap, dat zijn de twee fundamentele kenmerken van wat het Europese landbouwmodel zou moeten zijn.
 
446
<P>
 
447
<SPEAKER ID=46 NAME="Striby">
 
448
De resolutie die we zojuist hebben behandeld had een klaar en duidelijk signaal moeten worden aan onze partners in Midden- en Oost-Europa.
 
449
<P>
 
450
In plaats daarvan sturen we hun een warrige tekst, een juridisch en politiek ratjetoe, dat als enige gunstige eigenschap heeft dat de Midden- en Oost-Europese landen eruit zullen kunnen afleiden wat er van de Europese Unie geworden is: een log en tandeloos supranationaal geheel dat te slap is om de bevoegdheden uit te oefenen die het zijn lidstaten afhandig heeft gemaakt en dat zich te buiten gaat aan pietluttig en ijdel formalisme.
 
451
<P>
 
452
Toetreding betekent voor de landen van Midden- en Oost-Europa een definitieve breuk met vijftig jaar communistische overheersing.
 
453
Toetreding betekent voor hen ook delen in onze welvaart en onbeperkte financiering van hun structurele hervormingen.
 
454
<P>
 
455
Maar als de Commissie en het Parlement volgens de resolutie die we zojuist hebben aangenomen een ruim debat willen, als zij willen dat de bevolking volledig wordt betrokken bij het uitbreidingsproces, dan lopen ze een risico. De bevolking in de kandidaat-lidstaten zal namelijk merken hoe de Europese Unie werkelijk in elkaar zit, als de propaganda tenminste niet sterker is dan de voorlichting.
 
456
<P>
 
457
Bij de onderhandelingen neemt de Gemeenschap een houding aan van "ik hou wat ik heb, jullie moeten geven" .
 
458
Dit zal allicht pijnlijke herinneringen oproepen bij de Midden- en Oost-Europese landen.
 
459
Beseffen de kandidaten wel hoeveel soevereiniteit ze zullen moeten afstaan? Beseffen ze wel wat de institutionele hervorming inhoudt die het Europees Parlement voor ogen staat?
 
460
Beseffen ze wel dat ze zich op voorhand en zonder discussie zullen moeten neerleggen bij het federale beginsel?
 
461
Ik vrees van niet.
 
462
<P>
 
463
Op deze manier wordt de uitbreiding pure oplichterij.
 
464
<P>
 
465
Verslag-Colom i Naval (A4-0331/97)
 
466
<SPEAKER ID=47 LANGUAGE="FR" NAME="Berthu">
 
467
De financiële plannen van de Commissie die te lezen staan in Agenda 2000 hebben één verdienste. Er blijkt namelijk uit dat het huidige beleid een begrotingsevenwicht op termijn onmogelijk maakt.
 
468
Wij zien op twee punten dat de plannen met zichzelf in tegenspraak zijn.
 
469
Ten eerste is er de eenheidsmunt.
 
470
Men legt ons uit dat de communautaire bijdragen beperkt moeten blijven tot 1, 27 % van het bruto binnenlands product, anders lopen we het gevaar dat de lidstaten niet meer kunnen voldoen aan de convergentiecriteria.
 
471
Maar we weten ook dat de eenheidsmunt geen stand kan houden als er geen betere herverdeling tussen de Europese regio's komt, met andere woorden, als de communautaire bijdragen niet omhoog gaan.
 
472
Samengevat vereist het welslagen van de euro dus enerzijds dat de communautaire bijdragen beperkt worden om het begrotingstekort van de lidstaten binnen de perken te houden, en anderzijds dat diezelfde bijdragen verhoogd worden om het stelsel te smeren.
 
473
Hoe komen we hieruit?
 
474
Volgens ons door de euro uit te stellen.
 
475
<P>
 
476
De tweede tegenstrijdigheid betreft de uitbreiding.
 
477
In Agenda 2000 wordt ons voorgespiegeld dat de nieuwelingen economisch en politiek tamelijk snel zullen integreren, zodat ze op voet van gelijkheid kunnen deelnemen aan een monolithische Europese Unie.
 
478
Om die stelling overeind te houden, komt de Commissie voor de dag met weinig realistische groeiverwachtingen en tast zij het landbouwbeleid en de structurele maatregelen aan in het nadeel van de vijftien huidige lidstaten. Zo moeten er middelen vrijkomen om de Oost-Europese landen te subsidiëren.
 
479
Maar zelfs op die manier is dit een onmogelijke zaak.
 
480
De Commissie vindt namelijk maar 76 miljard voor een periode van acht jaar. Als we hetzelfde zouden doen als wat Duitsland voor zijn oostelijke deelstaten heeft gedaan, dan zouden we 3.400 miljard nodig hebben.
 
481
Met andere woorden, het model van Agenda 2000, waarbij de OostEuropese landen met behulp van subsidies hun achterstand inhalen en integreren in een eenvormig Europa, is niet haalbaar omdat we er de reserves niet voor hebben.
 
482
De enige oplossing lijkt ons ook hier om het model ter discussie te stellen, zoals ik nader zal toelichten in mijn stemverklaring over het verslag-Oostlander.
 
483
<P>
 
484
<SPEAKER ID=48 LANGUAGE="FR" NAME="Pinel">
 
485
Mevrouw de Voorzitter, Agenda 2000 heeft de ambitie om het Europese structuurbeleid ingrijpend te veranderen.
 
486
Ook wij vinden het doeltreffender om een aantal doelstellingen te bundelen. Maar wij maken ons grote zorgen over de ontwerpdoelstelling 2 nieuwe stijl die de Commissie ineens uit de hoge hoed tovert.
 
487
<P>
 
488
Volgens ons is dit een vergaarbak waarin stedelijk beleid, industriegebieden, plattelandsgebieden en kustgebieden zonder onderscheid door elkaar worden gehusseld.
 
489
Moet de Europese Unie buigen voor moralisme en demagogie door in van alles en nog wat haar geld te steken? Dit soort versnippering is niet bepaald doeltreffend en staat haaks op onze pogingen om de Europese steun beter te bundelen.
 
490
Bovendien valt te vrezen dat de ontwikkeling van het platteland het eerste slachtoffer gaat worden.
 
491
Op het gevaar af in herhalingen te vervallen, vragen wij op zijn minst één specifieke en zelfstandige sub-doelstelling binnen deze nieuwe doelstelling 2, met als titel "plattelandsgebieden" , en nog een met als titel "kustgebieden" . Daarbij zou de looptijd van het plattelandsprogramma gelijk moeten zijn aan die van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
 
492
<P>
 
493
Onze fractie is van mening dat Europese steun in de eerste plaats toekomt aan gebieden die leeglopen in plaats van aan gebieden die toch al overbevolkt zijn.
 
494
Als we ons werkelijk willen inzetten voor een ambitieus werkgelegenheids- en milieubeleid, dan zullen we eerst het evenwicht tussen de verschillende regio's moeten herstellen.
 
495
Aangezien Agenda 2000 in haar huidige vorm geen bevredigend antwoord biedt op onze verwachtingen, kunnen wij er onmogelijk onze goedkeuring aan hechten.
 
496
<P>
 
497
<SPEAKER ID=49 NAME="Ahlqvist, Theorin en Wibe">
 
498
In paragraaf 13 van het verslag staat dat de huidige financiële situatie van de EU niet toereikend wordt geacht "om een evenwichtige verdeling van de Europese belastingdruk te garanderen" .
 
499
Wij hebben natuurlijk niets tegen een evenwichtige belastingdruk, maar het hangt ervan af hoe deze er in concreto uit gaat zien.
 
500
Ons uitgangspunt is in de eerste plaats dat het "maximum" van 1, 27 % van het BBP vast moet komen te liggen en in de tweede plaats dat de nettobijdrage van Zweden in geen geval verhoogd mag worden.
 
501
Concrete voorstellen over deze kwestie zijn natuurlijk altijd welkom. Voor ons staat het zonder meer vast dat Zweden, dat de hoogste nettobijdrage per persoon aan de Europese Unie levert, in de toekomst niet meer lidmaatschapskosten moet gaan betalen.
 
502
<P>
 
503
Wij zijn ook zeer tegen paragraaf 18 van het verslag, waarin voorgesteld wordt om niet aangewende middelen in een speciaal reservepotje te bewaren.
 
504
Wij vinden dat niet aangewende middelen direct aan de lidstaten terugbetaald dienen te worden.
 
505
<P>
 
506
<SPEAKER ID=50 NAME="Capucho">
 
507
De afgevaardigden van de Fractie van de Europese Volkspartij stemden voor het verslag Colom I Naval omdat het een politiek evenwichtige en technisch correcte visie op Agenda 2000 biedt.
 
508
<P>
 
509
Het is niet realistisch om meteen al een begrotingsplafond van 1, 27 % van het communautaire BBP vast te leggen voor de periode tussen 2000 en 2006, terwijl we nog niet weten hoeveel nieuwe lidstaten bij de Europese Unie zullen komen, wanneer deze respectieve toetredingen zullen plaatshebben, wat de zin en de omvang zal zijn van de hervorming van het binnenlands en buitenlands beleid van de Unie - met name het GLB - en hoe hoog het groeipercentage van het Europese BNP zal zijn.
 
510
<P>
 
511
Zoals de rapporteur stelt waren de voorspellingen van de Commissie gebaseerd op uiterst zwakke veronderstellingen, want niemand kan de werkelijke impact voorzien van de invoering van de euro, de nieuwe onderhandelingsronde binnen de Wereldhandelsorganisatie - in het bijzonder in de landbouwsector - en meer in het algemeen de versnelde technologische veranderingen in samenhang met de mondialisering van de economie.
 
512
<P>
 
513
Dit verslag tracht flexibiliteitsmechanismen in te voeren voor de herziening van de financiële vooruitzichten - zowel wat de inkomsten als de uitgaven betreft. Deze kunnen namelijk nodig blijken om de uitbreiding te verwezenlijken zonder de bestaande beleidslijnen in gevaar te brengen, met name het beleid inzake de economische en sociale samenhang.
 
514
<P>
 
515
Wat de PPE-Fractie onaanvaardbaar acht in het document van de Commissie (Agenda 2000), is dat los van de hierboven genoemde onzekerheden de last van de toetreding ook nog bij die lidstaten wordt gelegd die binnen de Unie het minst ontwikkeld zijn.
 
516
<P>
 
517
Wij zijn voor uitbreiding.
 
518
Maar wij gaan er niet mee akkoord dat zij voornamelijk wordt gefinancierd uit de bedragen die op het ogenblik aan de structuurfondsen worden besteed.
 
519
<P>
 
520
<SPEAKER ID=51 NAME="Cushnahan">
 
521
De Commissie heeft met Agenda 2000 willen tonen welk duidelijk en coherent toekomstbeeld zij voor de Europese Unie bij de aanvang van het nieuwe millennium voor ogen heeft.
 
522
Om vast te stellen of aan deze verwachtingen al dan niet kan worden voldaan, is het zaak de voorgestelde financiële vooruitzichten aan de kaak te stellen.
 
523
De keuze voor het behoud van de richtlijn die 1, 27 % van het BNP voorschrijft, brengt twijfels met zich mee over het feit of de voorstellen van de Commissie toereikend zullen zijn om de in Agenda 2000 uitgestippelde ambitieuze plannen te verwezenlijken.
 
524
<P>
 
525
Met de uitbreiding is veel geld gemoeid.
 
526
Bieden de financiële vooruitzichten voldoende middelen om de uitbreiding ten uitvoer te brengen?
 
527
Aangezien er tevens fundamentele hervormingen van het GLB en de structuurfondsen zijn voorgesteld, moeten wij ons afvragen of de financiering van de speerpunten van het beleid niet in het gedrang komt.
 
528
Tevens moet worden bezien wat de gevolgen voor de EU-begroting zullen zijn als Duitsland, Nederland en Zweden erin slagen een verlaging van hun bijdragen aan de begroting te verkrijgen.
 
529
Dit zijn essentiële vragen die een antwoord behoeven.
 
530
<P>
 
531
Vanuit een Iers oogpunt is mij er uiteraard alles aan gelegen om te zorgen dat er geen abrupt einde komt aan de bestemming van de structuurfondsen zoals beloofd door de Commissie.
 
532
Gelet op het onvermijdelijke einde van onze "doelstelling 1" -status, is het zaak dat er een nieuwe versie van deze "doelstelling 1" -status komt.
 
533
Bovendien, gezien het belang van de landbouw voor de Ierse economie, is het van wezenlijk belang dat er voldoende middelen beschikbaar zijn voor compensatiemaatregelen die in het kader van de hervorming van het GLB zijn voorgesteld.
 
534
<P>
 
535
Ondanks deze kanttekeningen bij de financiële vooruitzichten sta ik volledig achter de uitbreiding en geloof ik stellig dat onze benadering niet op pessimisme of bekrompen zelfzuchtige nationale belangen moet zijn gebaseerd.
 
536
Wat de kosten van de uitbreiding ook mogen zijn, wij moeten de voordelen van de vele miljoenen nieuwe consumenten voor de EU-markt niet veronachtzamen.
 
537
Bovendien zal de economische en politieke stabilisatie van Midden- en Oost-Europa een positief effect op de economie van de Europese Unie hebben.
 
538
<P>
 
539
De uitbreiding zal ons zeker geen windeieren leggen, zowel vanuit ideologisch als economisch oogpunt, en daarom moeten wij er met enthousiasme achter staan.
 
540
<P>
 
541
<SPEAKER ID=52 NAME="Gahrton, Holm en Schörling">
 
542
Wij hebben ons wat het verslag betreft van stemming onthouden, omdat wij een kostenstijging van de EU niet kunnen goedkeuren, zowel uit principiële overwegingen, als uit bezorgdheid omdat wij vrezen dat nieuwe middelen voor de EU - zelfs al is het doel Midden- en Oost-Europa te steunen - gehaald zullen worden uit de middelen die de lidstaten beschikbaar stellen voor ontwikkelingshulp.
 
543
<P>
 
544
<SPEAKER ID=53 NAME="Kirsten">
 
545
Jensen en Sindal (PSE), schriftelijk. (DA) De Deense sociaal-democraten stemmen voor het verslag over "Agenda 2000 - De toekomstige financiering van de Unie" .
 
546
Wij zijn het ermee eens dat een hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid noodzakelijk is voor een geslaagde uitbreiding.
 
547
Het verslag over Agenda 2000 is echter problematisch op andere gebieden, waardoor wij tegen enkele punten hebben gestemd.
 
548
Vanuit ons standpunt is het bedroevend dat het Europees Parlement hinderpalen voor de uitbreiding probeert op te werpen door te eisen dat de institutionele hervormingen vóór de uitbreiding rond zijn.
 
549
<P>
 
550
Verder hebben wij bedenkingen bij het voorstel van de Commissie wat de verdeling van de middelen betreft tussen de eerste en tweede ronde van toetredingen.
 
551
Wij zijn van oordeel dat de landen waarmee slechts in de tweede ronde onderhandelingen zullen worden gestart, een negatief politiek signaal krijgen wanneer zij vernemen dat zij slechts ongeveer een derde van de voorziene middelen zullen krijgen.
 
552
Zij zullen daaruit de conclusie trekken dat zij weinig kans hebben in de nabije toekomst tot de Unie toe te treden.
 
553
Het is belangrijk deze landen te blijven stimuleren hun toekomstige toetreding tot de Unie voor te bereiden.
 
554
<P>
 
555
<SPEAKER ID=54 NAME="Lindqvist">
 
556
Het verslag gaat verder dan de Commissie ten aanzien van het stellen van een maximum aan de begroting en het verslag wijst evenmin een stijging van de begroting boven de genoemde 1, 27 % van het BBP af.
 
557
In het verslag worden ook alternatieve manieren voor de financiering in overweging genomen, dat wil zeggen nieuwe manieren om EU-middelen te werven.
 
558
De commissie stelt een directere koppeling tussen de belastingbetalers en de EU-instellingen voor - een duidelijker EU-belasting.
 
559
Wij slaan de verkeerde weg in als de Unie zich op die manier verder ontwikkelt.
 
560
Ik heb daarom tegen het verslag gestemd.
 
561
<P>
 
562
<SPEAKER ID=55 NAME="Porto">
 
563
De stemverklaring van mijn fractie is overduidelijk, in die zin dat zij het verslag van onze collega Colom I Naval steunt en niet akkoord gaat met de "onaantastbaarheid" van het plafond van 1, 27 % van het BBP voor de communautaire begroting, wanneer er niet met zekerheid kan worden bepaald welke behoeften dit historische moment zal opleveren en een verdeling alleen mogelijk is ten koste van categorie 2, dat wil zeggen. ten koste van de huidige begunstigden van de structuurfondsen: met regio's die, zoals in Portugal, nog altijd enorme tekorten hebben en een BBP per hoofd van de bevolking onder de helft van het communautair gemiddelde.
 
564
<P>
 
565
Bovendien zou een opoffering van het structuurbeleid betekenen dat we een uitstekend beleid opofferen, met een uitbreiding van de markt waarvan uiteindelijk heel de Gemeenschap profiteert.
 
566
<P>
 
567
Hetzelfde kan helaas niet gezegd worden van het GLB, met verstoringen en ongelijkheden die bij de huidige bepalingen van Agenda 2000 zelfs nog zouden verergeren.
 
568
<P>
 
569
Tot slot ben ik het weliswaar eens met de opmerkingen van de rapporteur, maar meen ik toch dat hij verder had moeten gaan en de positieve aanwijzingen van het Verdrag van Maastricht en Agenda 2000 had moeten onderstrepen, in die zin dat een einde moet worden gemaakt aan het regressieve karakter van de eigen middelen, dat wil zeggen "een systeem dat volledig gebaseerd is op de bijdragen van het BNP" .
 
570
<P>
 
571
<SPEAKER ID=56 NAME="Rovsing">
 
572
De ervaringen met de toetreding van Griekenland, Spanje en Portugal en met de hereniging van Duitsland hebben aangetoond dat dergelijke toetredingen problemen met zich mee brengen en grotere economische offers vragen dan aanvankelijk wordt aangenomen.
 
573
Het verslag erkent deze moeilijkheden en de Commissie begrotingscontrole waarschuwt de Commissie voor een te optimistische kostenraming, omdat ze de eigen middelen op 1, 27 % van het BNP plafonneert.
 
574
Verder wijst het verslag erop dat het tijdstip voor een grondige analyse en wijziging van de financieringswijze van de Unie aangebroken is.
 
575
Ik ben het volledig eens met deze standpunten van de commissie.
 
576
Het is te vroeg om een plafond voor de eigen middelen vast te stellen, wanneer we spreken over de toetreding van 100 miljoen nieuwe EU-burgers die het totale BNP slechts met 5 % zullen doen toenemen.
 
577
Het is echter onze plicht en het is in ons eigen belang dat de toetreding van de nieuwe landen zo snel mogelijk plaatsvindt.
 
578
Het kan duurder worden dan de Commissie nu inschat, maar onze schouders moeten breed genoeg zijn om de lasten te dragen.
 
579
Ik ben daarom blij dat ik het verslag zonder voorbehoud kan steunen.
 
580
<P>
 
581
<CHAPTER ID=2>
 
582
Derde fase van de EMU
 
583
<SPEAKER ID=57 NAME="De Voorzitter">
 
584
Aan de orde is het verslag (A4-0378/97) van de heer Gasòliba i Böhm namens de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid over economische beleidscoördinatie in de derde fase van de EMU (II/523/97 - C4-0547/97).
 
585
<P>
 
586
<SPEAKER ID=58 NAME="Gasòliba i Böhm">
 
587
Mevrouw de Voorzitter, geachte collega's, het door mij opgestelde verslag over economische beleidscoördinatie in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, dat wil zeggen het beleid dat aan de euro ten grondslag ligt, is op dit moment ontegenzeglijk van belang omdat hierin het standpunt van het Europees Parlement is vastgelegd betreffende de nieuwe dimensie die aan de Europese economie zal worden toegevoegd door de oprichting van de Economische en Monetaire Unie en de invoering van de euro.
 
588
Binnen het proces van de verdieping en invoering van een economische en monetaire dimensie waarvoor een concreet economisch en monetair beleid op EMU-niveau geboden is, betekent deze nieuwe situatie een belangrijke stap vooruit in kwalitatieve zin.
 
589
<P>
 
590
De door ons voorgestelde richtsnoeren zijn veel beperkter dan die van een ideaal, theoretisch model.
 
591
Wij leggen u echter geen ideale keuzes voor maar wel keuzes die haalbaar zijn omdat ze gebaseerd zijn op de bepalingen van de Verdragen, van de verordeningen 1466/97 en 1467/97 betreffende het toezicht op en de coördinatie van het economisch en monetair beleid, betreffende buitensporige tekorten en het stabiliteitspact. Aan onze voorstellen is zowel het advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken toegevoegd waarin gesteld wordt dat de bepalingen van het Verdrag van Amsterdam in acht moeten worden genomen, alsook de conclusies van de speciale bijeenkomst van de Europese Raad in Luxemburg gewijd aan de werkgelegenheid.
 
592
<P>
 
593
Dit verslag berust op een drietal beginselen.
 
594
Het eerste beginsel - dat voor de samenhang en de stabiliteit van de Europese Unie van vitaal belang is - is de steeds hechtere coördinatie van de Europese beleidsvormen.
 
595
Het tweede beginsel geeft aan dat voor deze coördinatie drie hoofdsporen moeten worden gevolgd: ten eerste de tenuitvoerlegging van een coherent en doeltreffend economisch beleid op Unie-niveau, ten tweede het garanderen van een politiek debat over de verschillende economische keuzes, en ten derde verbetering van het besluitvormingsproces met meer doeltreffendheid en meer transparantie.
 
596
Het derde beginsel heeft betrekking op de noodzaak dat de lidstaten overeenkomstig de genoemde verordening 1466/97 moeten deelnemen aan deze hechtere coördinatie van hun economische beleidsvormen en aan het multilaterale toezicht.
 
597
<P>
 
598
Wat het eerste beginsel betreft is het zonder meer duidelijk dat er daadwerkelijk sprake is geweest van economische convergentie, zodat de EMU een brede en solide basis krijgt.
 
599
Deze situatie moet worden geconsolideerd door een richtsnoer voor een evenwichtig economisch beleid op te stellen die tevens gericht is op het bevorderen van de samenhang tussen de economische dimensie en de monetaire dimensie; daarbij dient rekening te worden gehouden met de economische en monetaire doelstellingen die moeten worden gebaseerd op een aantal instrumenten waardoor de economische activiteit en ontwikkeling in een kader van monetaire stabiliteit en betrouwbaarheid worden gewaarborgd.
 
600
<P>
 
601
De Commissie wordt verzocht deel te nemen aan de studie naar de mogelijk negatieve gevolgen van ongunstige situaties die in bepaalde lidstaten kunnen ontstaan, en naar de gevolgen van asymmetrische crises in de landen die deel uitmaken van de EMU.
 
602
<P>
 
603
Er moet een basis worden gelegd voor de sociale dialoog en de democratische controle.
 
604
Daarom wordt voorgesteld artikel 118 van het Verdrag van Maastricht toe te passen inzake de instelling van een sociale dialoog op Europees niveau en het organiseren van een jaarlijkse conferentie met deelneming van de economische en de sociale actoren. Hierbij is de aanbeveling overgenomen die onze collega Fourçans heeft gedaan in zijn - door deze vergadering aangenomen - verslag over de instelling van een comité van economische deskundigen van het Europees Parlement.
 
605
<P>
 
606
Van belang zijn ook de voorstellen om de transparantie van het besluitvormingsproces en de rol van de Commissie en het Parlement te waarborgen, zoals bedoeld in de artikelen 103, 104 C en 109 C van het Verdrag, evenals artikel 103, lid 5 van het Verdrag betreffende afgeleide wetgeving.
 
607
<P>
 
608
Tenslotte, mevrouw de Voorzitter, zou ik de aandacht willen vestigen op amendement 5 dat ik namens mijn fractie heb ingediend, en op amendement 4 dat de heer Donnelly namens de socialistische fractie heeft ingediend. Beide amendementen hebben betrekking op de kwestie van de eventuele oprichting van een groep of comité, de zogeheten "Eurocouncil" , bestaande uit de lidstaten die deel uitmaken van de EMU, voor de tenuitvoerlegging van het stabiliteitspact.
 
609
<P>
 
610
Gezien het belang en de dimensie die dit plan zou krijgen als het ten uitvoer werd gelegd, is het volgens mij absoluut noodzakelijk - wat naar ik hoop duidelijk blijkt uit het door ons ingediende amendement - dat de Commissie hierbij betrokken wordt zodat het plan zijn strikt intergouvernementele karakter verliest.
 
611
Ik stel u dan ook voor mijn amendement aan te nemen in combinatie met het laatste deel van het amendement van de socialisten.
 
612
<P>
 
613
Mevrouw de Voorzitter, geachte collega's, de onderwerpen waarop we in het onderhavige verslag zijn ingegaan - dat met eenparigheid van stemmen is goedgekeurd in de commissie economische zaken - zullen ook worden besproken door de komende Europese Raad in Luxemburg.
 
614
Het is zaak dat dit verslag wordt aangenomen en dat de Raad meer rekening houdt met onze voorstellen om een grotere deelneming van de Europese instellingen - de Commissie en het Parlement - te waarborgen en om de nieuwe dimensie van het economisch en monetair beleid veilig te stellen, door de democratische controle en de sociale dialoog te versterken en de transparantie van de procedures te verbeteren.
 
615
<P>
 
616
<SPEAKER ID=59 LANGUAGE="EN" NAME="Donnelly">
 
617
<SPEAKER ID=60 LANGUAGE="FR" NAME="Herman">
 
618
Mevrouw de Voorzitter, geachte collega's, ook wij staan in grote lijnen achter het verslagGasòliba i Böhm.
 
619
Er is vaak gezegd dat de lidstaten hun economisch beleid beter moeten coördineren wanneer de monetaire unie eenmaal een feit is. Wij zijn het hier volkomen mee eens.
 
620
<P>
 
621
Wat betreft de Euroraad ben ik het eens met de heer Donnelly.
 
622
Hij wil dat de Euroraad een communautair orgaan wordt, met andere woorden, dat de Commissie en indirect het Parlement - in de vorm van advies - er zeggenschap over krijgen. Maar dat wil nog niet zeggen dat iedereen daarmee beslissingsbevoegdheid binnen deze raad moet krijgen.
 
623
Men kan nu eenmaal niet tegelijk binnen en buiten zijn. Ik wil u eraan herinneren dat de vorige Raad van ministers van Economische Zaken en Financiën op dit punt acht uur vast heeft gezeten.
 
624
Een aantal landen had namelijk besloten, sommige zelfs zonder daartoe het recht te hebben - ik denk aan Zweden - om buiten de monetaire unie te blijven. Ondertussen beschuldigden zij de anderen ervan dat ze Europa in tweeën wilden delen, omdat zij niet mochten meebeslissen over het toekomstige beleid binnen de monetaire unie.
 
625
Zoiets kan natuurlijk niet.
 
626
Hieruit blijkt toch wel hoe gevaarlijk het is om landen aan Europa te laten meedoen die de Europese doelstellingen en methodes niet onderschrijven. Dit is een concreet voorbeeld van de heersende tegenstrijdigheden.
 
627
Ik ben het dus eens met de heer Donnelly dat hier geen sprake kan zijn van een louter informele, intergouvernementele aangelegenheid.
 
628
Dit is onze reactie op de discussie in de Raad van ministers van Economische Zaken en Financiën. Voor het overige ben ik het er niet mee eens dat iedereen maar zitting moet hebben in de Raad van ministers van Economische Zaken en Financiën als daar beslissingen moeten worden genomen over de monetaire unie.
 
629
<P>
 
630
Wat betreft onze betrekkingen met de nationale parlementen wil ik mij van de heer Donnelly distantiëren.
 
631
Ook ik vind dat nationale parlementen dit soort problemen met hun regeringen moeten bespreken. Ik ben het er ook mee eens dat ze een brede, democratische en transparante discussie voeren over de beslissingen waarmee hun regeringen thuiskomen van de diverse bijeenkomsten van de Raad.
 
632
Maar ik zou niet willen dat de bevoegdheden vermengd werden.
 
633
Als er eenmaal een onafhankelijk Europees monetair gezag is, beheerd door een onafhankelijke bank, dan heeft dat gezag enkel nog rekenschap af te leggen aan de Europese publieke opinie, en niet aan de nationale parlementen.
 
634
De leden van de Centrale Bank, de president van de Centrale Bank of de directieleden zullen zich moeten komen verantwoorden voor dit Parlement.
 
635
De nationale parlementen en hun regeringen kunnen ervoor zorgen dat het beleid ingang vindt in de afzonderlijke lidstaten.
 
636
Maar er kan geen sprake van zijn, zoals sommige landen willen, dat de president van de Centrale Bank verantwoording moet gaan afleggen aan een nationaal parlement.
 
637
Dan kan die stakker vijfentwintig hoofdsteden gaan afreizen als we zover zijn met de uitbreiding, en dat zou gewoon belachelijk zijn.
 
638
<P>
 
639
Tot slot wil ik nog opmerken, mevrouw de Voorzitter, dat het na de Top van Luxemburg volkomen duidelijk is dat de thema's werkloosheid en werkgelegenheid geïntegreerd moeten worden in het algemeen economisch beleid.
 
640
Iedereen is het daarover eens.
 
641
We moeten niet opnieuw alles door elkaar gaan halen.
 
642
Het werkgelegenheidsbeleid moet worden gecoördineerd met het monetaire beleid.
 
643
Maar het blijven twee afzonderlijke zaken.
 
644
Het werkgelegenheidsbeleid mag de onafhankelijkheid van de Centrale Bank niet hinderen of aantasten.
 
645
<P>
 
646
<SPEAKER ID=61 LANGUAGE="EN" NAME="Gallagher">
 
647
Mevrouw de Voorzitter, het spreekt vanzelf dat de interne markt een nieuwe dimensie zal krijgen met de economische en monetaire unie en de Euro.
 
648
De Europese Unie zou dan uiteindelijk een wezenlijke dimensie hebben.
 
649
Deze nieuwe situatie, zoals de rapporteur terecht opmerkte, vooronderstelt daadwerkelijke democratische controle en een belangrijke rol voor dit Parlement.
 
650
<P>
 
651
Wat de economische beleidsinstrumenten betreft, is het raadzaam streefdoelen te bepalen en geleidelijk de op de interne markt betrekking hebbende communautaire economische beleidslijnen erin op te nemen en, gezien de extra Top in Luxemburg inzake werkgelegenheid, volledig rekening te houden met de doelstellingen die bij de opstelling van de richtlijnen betreffende werkgelegenheid zijn vastgesteld.
 
652
<P>
 
653
Onze fractie is tevens van mening dat bepaalde kwesties nog moeten worden opgelost.
 
654
Bijvoorbeeld de lastige kwestie van de vertegenwoordiging van de economische en monetaire unie en de euro binnen de internationale instellingen.
 
655
Wat zou, of zou niet, de rol van de Europese Commissie moeten zijn met betrekking tot deze externe vertegenwoordiging aangaande monetaire aangelegenheden.
 
656
Dit punt bleef onbeslist na de vergadering van 1 december van de Raad van ministers van Economische Zaken en Financiën.
 
657
<P>
 
658
Tot slot is het de vraag welk - officieel of meer flexibel - standpunt de raadgevende autoriteit zal innemen ten opzichte van landen in de eerste ronde - de X-Raad, de vertegenwoordigers van deelnemende landen.
 
659
Met het door het Luxemburgse voorzitterschap in de economische commissie op 2 december behandelde onderwerp kunnen wij instemmen.
 
660
<P>
 
661
Wij moeten ons realiseren dat de elf deelnemende landen er tenslotte - volgens nog vast te stellen voorwaarden - mee akkoord kunnen gaan om hun niet-deelnemende partners op de hoogte te houden.
 
662
De heer Waigel vermeldde recentelijk dat men niet tegelijkertijd wel en niet kan deelnemen, buiten de euro-zone en binnen de XRaad.
 
663
<P>
 
664
Als hieromtrent geen overeenkomst kan worden bereikt, dan wil het ons voorkomen dat bij de conclusies van de volgende Top in Luxemburg rekening gehouden zal worden met de wens van de elf om informeel bijeen te komen en te bespreken op welke wijze er een evenwicht in de nieuwe situatie kan worden bereikt.
 
665
Het moge duidelijk zijn dat de niet-deelnemende landen zelf de ontwikkeling geen halt toe kunnen roepen, en wij hebben er allemaal belang bij om tot een overeenkomst te komen over deze uiterst netelige kwestie.
 
666
<P>
 
667
<SPEAKER ID=62 LANGUAGE="FR" NAME="Nordmann">
 
668
Mevrouw de Voorzitter, het spreekt voor zich dat de liberale en democratische fractie het evenwichtige verslag van de heer Gasòliba steunt.
 
669
Dit verslag laat zien dat er in de derde fase van de monetaire unie wel degelijk een dialoog zal moeten worden gevoerd tussen de politieke overheden die instaan voor het economisch beleid enerzijds, en de Centrale Bank anderzijds. Een onafhankelijke Centrale Bank wil nog niet zeggen dat niemand er enige greep op krijgt.
 
670
<P>
 
671
Uiteraard is er de vraag welke institutionele vorm deze dialoog moet aannemen. Hierbij spelen de problemen een rol die de heer Herman heeft aangehaald, in het bijzonder de vraag in hoeverre landen die niet aan het beleid deelnemen, inspraak of zelfs medezeggenschap horen te krijgen.
 
672
<P>
 
673
Er moet wel op gewezen worden, mevrouw de Voorzitter, dat de landen die althans voorlopig niet aan het beleid deelnemen, er wel degelijk de gevolgen van ondervinden. Vandaar de noodzaak van een soepele aanpak.
 
674
We zijn op dit moment nogal geneigd de nadruk op dit soort tegenstellingen te leggen, maar ik denk dat het zich in de praktijk vanzelf wel zal oplossen. Niemand twijfelt er nog aan dat de euro zal worden ingevoerd.
 
675
Als de eenheidsmunt een succes wordt, is het misschien een goed idee om de invoering ervan te versnellen, met andere woorden, de periode 1999-2002 waarin de euro in het dagelijks leven zal worden ingevoerd, in te korten. We kunnen namelijk niet meer naast de praktische problemen kijken.
 
676
<P>
 
677
Een big bang-scenario was misschien niet aan te bevelen toen de invoering van de euro nog onzeker was.
 
678
Maar zodra de euro in zwang raakt, misschien rond het jaar 2000, zouden we kunnen proberen om de overgang te versnellen. In het dagelijks leven lopen we namelijk het risico in een soort monetaire schizofrenie terecht te komen wanneer bij een contract de ene partner in euro's rekent en de andere in zijn nationale munt.
 
679
Maar het succes van de euro zal zeker een goede oefening zijn, en in tegenstelling tot de Wet van Gresham zal het goede geld het slechte wellicht verdrijven.
 
680
<P>
 
681
<SPEAKER ID=63 LANGUAGE="PT" NAME="Ribeiro">
 
682
Mevrouw de Voorzitter, geachte collega's, de lidstaten hebben alle zeer uiteenlopende sociaal-economische structuren en kenmerken, verschillende niveaus van economische groei en specifieke culturen die het gevolg zijn van hun eigen historische processen.
 
683
Overwegende dat de Europese Unie een heterogene ruimte is, een mozaïek van verschillende, naast elkaar bestaande ruimten, en overwegende dat zij voor een dynamiek heeft gekozen die de bestaande ongelijkheden nog verergert, die tot een asymmetrie leidt en die nog grotere asymmetrische schokken kan veroorzaken, moeten we ons economisch beleid in de interne ruimte dringend coördineren, maar dan wel op grond van gedifferentieerde reacties, geschikte instrumenten en passende structuren.
 
684
Deze coördinatie moet verder gebaseerd worden op de samenwerking tussen wat verschillend is en niet op een geforceerde uniformiteit en uniciteit.
 
685
<P>
 
686
Het verslag van collega Gasòliba I Böhm bevat interessante aspecten die bestudering verdienen, maar het weet zich niet te bevrijden van het korset van de liberale logica, van de totalitaire afwegingen van het financiële, monetaire, nominale denken.
 
687
Ik herinner mijn collega er overigens aan dat zijn verslag niet bij algemene stemmen is goedgekeurd, zoals hij hier zegt.
 
688
Na de interne markt - of beter gezegd de uitvoering van dat deel dat gericht is op vrij geldverkeer - presenteert de eenheidsmunt zich als de volgende logische en onvermijdelijke schakel in een keten van beslissingen.
 
689
Men zegt zelfs dat de interne markt zonder eenheidsmunt niet compleet is, geen "eenheid" vormt.
 
690
Welnu, de eenheidsmunt is weliswaar een instrument, maar ze kan het ongelijke niet gelijk maken, ze kan dat wat een achterstand heeft niet plots een voorsprong geven, ze kan niet competitief maken wat niet aan objectieve voorwaarden voldoet om concurrerend te zijn.
 
691
<P>
 
692
Na de interne markt, de eenheidsmunt, de Europese Centrale Bank, wordt bij al deze harmonisering beleidscoördinatie verward met eenheidsbeleid, met één economische overheid, met één federale Staat, of liever: geen staat, maar een "Eurocouncil" .
 
693
<P>
 
694
Wij weigeren niet alleen te geloven dat er maar één logica en dynamiek is, dat er maar één weg is, dat de stappen op deze weg al bekend en aanvaard zijn nog voordat ze goed en wel realiteit zijn, wij verdedigen ook een andere, tegengestelde logica, waarbij het er niet om gaat alles weg te duwen dat in de weg staat van de uitvoering en werking van de monetaire unie.
 
695
Wij verdedigen het perspectief dat rekening houdt met de sociale gevolgen van ons beleid, de organisatorische destructureringen van onze instrumenten.
 
696
<P>
 
697
De door ons voorgestelde amendementsvoorstellen moeten ervoor zorgen dat onze aanpak ook in aanmerking wordt genomen in een verslag en een resolutie van dit Parlement.
 
698
Dat men, ondanks de overheersing van een ander standpunt dan het onze, niet aan ons voorbij kan gaan, ook niet wanneer men van algemene stemmen spreekt als er ook stemmen tegen en onthoudingen zijn.
 
699
<P>
 
700
<SPEAKER ID=64 LANGUAGE="DE" NAME="Wolf">
 
701
Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ik heet u hartelijk welkom op deze vergadering in uitgebreide samenstelling van coördinatoren van de economische commissie en co-rapporteurs.
 
702
De toekomst van onze volkshuishoudingen vinden wij veel te belangrijk om deze eenvoudigweg aan de dictatuur van de kapitaalmarkten over te willen laten.
 
703
De heer Gasòliba i Böhm heeft hieromtrent een aantal belangrijke vragen opgeworpen en daar goed overwogen antwoorden op gevonden. Wij zijn het ermee eens, maar vinden dat het ontoereikend is.
 
704
Zo zegt de heer Gasòliba i Böhm bijvoorbeeld dat wij geen theoretisch model willen of kunnen toepassen, waar hij natuurlijk gelijk in heeft. Maar de invoering van de euro stelt nu eenmaal voorwaarden en eisen waar een economisch en politiek model aan moet voldoen, en ook na de huidige discussies wordt dit niet door de voorstellen van de heer Gasòliba i Böhm bereikt.
 
705
Artikel 13 bepaalt dat de Europese Centrale Bank op grond van haar verplichting om te zorgen voor monetaire stabiliteit ook het Europese economisch beleid moet ondersteunen en de doelstellingen van het Verdrag moet nastreven. Deze bepalingen leiden echter helemaal tot niets, wanneer een concreet, bindend Europees economisch beleid ontbreekt.
 
706
<P>
 
707
Mijnheer Herman, het is niet de bedoeling de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank aan te tasten.
 
708
Wij moeten de "disembedding" die tegenwoordig toegepast wordt, door een "re-embedding" aflossen.
 
709
Ik wil hier enkel en alleen het uitstekende boek van Michael Polany noemen, "The Great Transformation" .
 
710
Het is toch niet de bedoeling, dat het centrum van ons toekomstig economisch beleid gevormd wordt door een centrale bank die gevestigd is in een institutioneel, politiek en cultureel nirvana.
 
711
In plaats daarvan moeten de belangrijkste aspecten van het economisch beleid in de ruimste zin van het woord gesynchroniseerd worden.
 
712
Juist op het moment dat wij overgaan op de euro, moeten het economisch, monetair en begrotingsbeleid, alsmede de beleidslijnen voor werkgelegenheid en industrie worden gecoördineerd en gesynchroniseerd.
 
713
Er moet een geïnstitutionaliseerde, gestructureerde dialoog op gang worden gebracht tussen Europese Centrale Bank, Europees Parlement en Europese Commissie, vergelijkbaar met wat er bij de Federale Bank in de Verenigde Staten bestaat en ook tussen Ecofin, Ecosoc en Europese Raad moet een gestructureerde dialoog worden opgezet.
 
714
<P>
 
715
<SPEAKER ID=65 NAME="Blokland">
 
716
Mevrouw de Voorzitter, ik ben blij dat ik niet helemaal voor lege banken spreek, daarom verwelkom ik de bezoekers op de publieke tribune.
 
717
<P>
 
718
Het verslag van collega Gasòliba i Böhm brengt duidelijk aan het licht dat de Europese Unie nog lang niet klaar is voor de Economische en Monetaire Unie.
 
719
Intussen wordt dit feit hardnekkig verzwegen.
 
720
Ook in deze resolutie wordt het problematische van de keuze voor de EMU onder tafel gestopt.
 
721
<P>
 
722
De Europese Commissie roemt de inmiddels bereikte convergentieprestaties.
 
723
Er gebeurt inderdaad veel.
 
724
Maar de criteria van het Verdrag van Maastricht geven een indicatie van de nominale convergentie.
 
725
Wat de reële economische convergentie is en of de economische structuren van de lidstaten op elkaar aansluiten, die vragen worden genegeerd.
 
726
Juist deze houding bemoeilijkt de oplossing van het werkloosheidsprobleem in Europa.
 
727
Want een monetaire unie zonder voldoende mate van arbeidsmobiliteit verergert deze kwaal.
 
728
<P>
 
729
Volgens de ontwerpresolutie schort het aan coördinatie van het economisch beleid.
 
730
Dat is maar één kant van de zaak.
 
731
De andere zijde is dat de economische ontwikkeling in de lidstaten slechts met zeer veel moeite van divergerend naar convergerend kan worden omgebogen.
 
732
Dat doe je niet in drie jaar.
 
733
Zo'n proces is een zaak van lange adem.
 
734
<P>
 
735
Een derde punt dat node wordt gemist is een visie op de toekomst van Europa.
 
736
Hoe kunnen wij straks de toetredende Midden- en Oost-Europese landen een volwaardige plaats in de Europese Unie met de EMU toebedelen?
 
737
Het federale bestuursmodel is ongeschikt voor een Unie van meer dan vijftien lidstaten.
 
738
Het EMUkeurslijf past veel Europese landen niet.
 
739
De EMU en de daarmee verbonden overdracht van bevoegdheden op monetair, budgettair, fiscaal en sociaal terrein creëren een structuur waarin minder welvarende staten slechts met buitengewoon veel moeite ingepast kunnen worden.
 
740
Het lijkt erop dat de West-Europese landen voorrang geven aan vergroting van eigen welvaart en zo de voormalige ideologische scheiding tussen West- en Oost-Europa op een economische manier handhaven.
 
741
<P>
 
742
<SPEAKER ID=66 LANGUAGE="FR" NAME="Berès">
 
743
Mevrouw de Voorzitter, via de coördinatie van het economisch beleid komen we terecht bij een essentieel probleem, en dit ondanks het grote aantal lege banken in deze zaal.
 
744
Het gaat om de vraag met welke middelen we straks het economische beleid vorm gaan geven. Het is van belang dat we de Europese economie als een geheel behandelen, dat we terdege rekening houden met de onderlinge afhankelijkheid van de Europese economieën en dat we geen eenvoudige optelsom maken van de situatie in elke lidstaat afzonderlijk.
 
745
In de Europese economie is een plus een immers meer dan twee. Wij moeten de Commissie in staat stellen om een systematische analyse van de ontwikkelingen in de Europese economie te geven voordat we kijken naar de situatie per lidstaat.
 
746
Dit zal nog sterker gelden wanneer tegenover elf, twaalf, of vijftien ministers van Economische Zaken en Financiën één president van de Centrale Bank staat.
 
747
<P>
 
748
Om hier iets aan te doen, moeten we een aantal keuzes maken.
 
749
In de geest van de Top van Luxemburg moeten we er uiteraard voor zorgen dat de oriëntatieprocedures inzake economie en werkgelegenheid beter op elkaar worden afgestemd.
 
750
Dit is absoluut noodzakelijk.
 
751
Ten tweede moeten we erop aandringen dat de huidige grote economische beleidslijnen van lidstaten en Gemeenschap straks worden overgenomen door de Unie, en wel in samenspraak met de lidstaten.
 
752
Het gaat hier om meer dan de vervanging van een paar woorden.
 
753
Ten derde moeten we voorstellen dat de Europese Unie zorgt voor haar eigen centra voor onderzoek en analyse, haar eigen economische instellingen en haar eigen beleidsplannen, opgesteld vanuit een Europees perspectief. Eventueel kan er achteraf dan nog sprake zijn van een uitsplitsing per lidstaat.
 
754
<P>
 
755
Ik kom nu bij punt vier, het meest essentiële, namelijk de euroraad, de Euro-X, de naam doet er niet toe.
 
756
Bij de overgang naar de euro kunnen we eenvoudig niet zonder.
 
757
Dit is de enige manier om te zorgen dat het monetair beleid, het eurobeleid, meer wordt dan een valutabeleid alleen, dat het ten dienste staat van groei en werkgelegenheid.
 
758
Toegegeven, we zitten pas in een eerste etappe.
 
759
We zullen verder moeten gaan.
 
760
De Commissie moet zitting krijgen in deze instelling. Zoals de zaken er nu voorstaan, is dit niet het geval, terwijl de president van de Centrale Bank er mogelijk wel zitting in krijgt.
 
761
Deze ongelijkheid bedroeft ons.
 
762
<P>
 
763
De tweede etappe van de Euroraad reikt verder dan de ministers van Economische Zaken en Financiën.
 
764
Niet dat we geen vertrouwen in hen hebben, maar zij zijn niet de aangewezen personen om sociale verandering teweeg te brengen.
 
765
Misschien moeten we ze daarom op een goede dag samenbrengen met de ministers van Werkgelegenheid en Sociale Zaken, en wel op voet van gelijkheid, al zal dat laatste wel niet meevallen.
 
766
Een akkoord daarover moet in grote lijnen gesloten worden op Luxemburg 2, want dat is de laatste gelegenheid voordat de euro wordt ingevoerd.
 
767
Maar nu heb ik het over de enorme opdracht die voor ons ligt, die van de democratische controle op de komende samenwerking rond de euro, een samenwerking die veel hechter zal moeten zijn dan ooit.
 
768
<P>
 
769
<SPEAKER ID=67 LANGUAGE="FR" NAME="Fourçans">
 
770
Mevrouw de Voorzitter, ik ben het vanzelfsprekend eens met het verslag van onze collega Gasòliba, want de coördinatie van het economisch beleid is van cruciaal belang voor de monetaire unie.
 
771
Toch weten we een jaar voor de invoering nog amper waar het met die coördinatie naartoe gaat.
 
772
Men begint zich nu met deze kwestie bezig te houden, in het bijzonder door een aantal magische tekens in te voeren zoals de X, wat herinneringen in me oproept aan die mooie jaren dat ik wiskunde deed.
 
773
Maar waar blijven de echte antwoorden?
 
774
Hoe zal het economisch beleid in de eurozone worden ingevuld?
 
775
Hoe zullen de problemen van de diverse economieën worden aangepakt als de externe effecten van dit beleid toenemen?
 
776
Hoe zal er worden ingespeeld op een asymmetrische crisis waar bepaalde landen of bepaalde regio's het slachtoffer van kunnen worden?
 
777
<P>
 
778
Er wordt erg ontwijkend op dit soort vragen geantwoord, om niet te zeggen dat er mist gespoten wordt.
 
779
Er is nog niets echt klaar, afgezien van een paar vage verhalen.
 
780
Maar het gevaar voor de Europese Monetaire Unie is reëel.
 
781
Als zich bijvoorbeeld een crisis voordoet, wat God verhoede, hoe weten we dan dat er geen sterke politieke druk op de Europese Centrale Bank zal worden uitgeoefend om een laks monetair beleid te voeren, met alle gevolgen van dien voor de stabiliteit in de eurozone?
 
782
Het spreekt voor zich dat de Europese Centrale Bank de prijsstabiliteit op de middellange termijn voortdurend voor ogen zal moeten houden. Als we de Centrale Bank weer onder politieke invloed brengen, zetten we een gevaarlijke stap achteruit en bewijzen we Europa, de groei en de werkgelegenheid een zeer slechte dienst.
 
783
<P>
 
784
Waarde collega's, de oplossing ligt ergens anders. De oplossing is volgens mij tweeërlei.
 
785
Ten eerste moet het begrotings- en fiscaal beleid in de eurozone op een verstandige manier worden gecoördineerd. Ten tweede moet de arbeidsmarkt flexibeler worden gemaakt, en moeten de arbeidskosten worden verlaagd, vooral voor ongeschoold werk.
 
786
Ik zal iets dieper ingaan op het eerste aspect, het tweede is algemener bekend en klassieker van aard.
 
787
<P>
 
788
Het coördineren van begrotings- en fiscaal beleid is meer dan een concert van mooie woorden onder functionarissen, of een welwillende uitwisseling van informatie tussen ministers van Economische Zaken.
 
789
Het coördineren van begrotings- en fiscaal beleid betekent dat de leden van de eurozone gezamenlijk duidelijke richtsnoeren opstellen voor hun begrotingstekorten. Verder, en op dit punt wijk ik af van een aantal collega's, zouden landen die binnen een redelijke termijn in aanmerking komen voor toetreding tot de zone bij die coördinatie betrokken moeten worden, althans, in de mate van het mogelijke.
 
790
Want als die landen een zo goed als vaste wisselkoers met de euro hebben, betekent dat dat het beleid in de eurozone en het beleid van de landen in kwestie elkaar zeer sterk zullen beïnvloeden.
 
791
Daarom moeten ze worden betrokken bij de economische coördinatie.
 
792
Het politieke probleem is een ander verhaal.
 
793
<P>
 
794
Vanuit het oogpunt van gezonde economische principes zou het optimaal zijn als die coördinatie verliep via een verruimde communautair begroting, al ben ik mij bewust van de politieke problemen die daarbij opdoemen.
 
795
In hoeverre een verruimde begroting?
 
796
Waarschijnlijk zou 3 tot 5 % van het bruto binnenlands product al voldoende zijn.
 
797
3 tot 5 % is niet veel, waarde collega's, als we bedenken dat in sommige landen, waaronder het mijne, de overheidsuitgaven om en nabij de 55 % van het bruto binnenlands product bedragen en dat het Europese gemiddelde 49 tot 50 % bedraagt.
 
798
<P>
 
799
Dit gezegd zijnde, laat er geen misverstand bestaan.
 
800
Het is absoluut niet mijn bedoeling om de verplichte bijdrage te verhogen, verre van.
 
801
Gelooft u mij, dat is niet mijn stijl, de dingen zouden veeleer in de omgekeerde richting moeten evolueren.
 
802
Waar het wel om gaat is een overheveling van een deel van de nationale overheidsuitgaven naar de Europese begroting, al zal dit uiterst beperkt blijven. Dit zou sneller gebeuren dan we denken.
 
803
Ik weet dat dit soort ideeën momenteel niet erg goed ligt bij de diverse regeringen en waarschijnlijk ook niet bij dit Parlement. Maar ik geloof dat er vanzelf een proces op gang gaat komen dat ons in deze richting dwingt.
 
804
Het lijkt me beter als we ons hier rustig en verstandig op voorbereiden voor het zover is, in plaats van ons te laten overspoelen in een crisisperiode, met alle risico's van dien voor onze economieën.
 
805
<P>
 
806
Waarde collega's, dit zijn de punten die mij het meest essentieel lijken. Uiteraard kunnen we daarbij niet zonder een verregaande politieke unie, of, laten we het beestje bij de naam noemen, een meer geavanceerde vorm van federalisme.
 
807
Ik ben niet naïef, ik weet dat zulke veranderingen niet van de ene dag op de andere kunnen worden ingevoerd en dat er veel politieke weerstand te overwinnen zal zijn.
 
808
Maar volgens mij is dit de richting die Europa moet inslaan en die Europa ook zal inslaan in de toekomst.
 
809
<P>
 
810
<SPEAKER ID=68 LANGUAGE="SV" NAME="Svensson">
 
811
Mevrouw de Voorzitter, dit verslag is zowel onrealistisch als onlogisch.
 
812
Het coördineren van het economisch beleid binnen de Unie wil niet zeggen dat het economisch beleid uniform moet zijn.
 
813
De economie van de afzonderlijke landen is erg divers en niet overal op dezelfde manier gestructureerd.
 
814
Bovendien neigen grote gemeenschappelijke markten altijd tot specialisme, gebaseerd op wat men de comparatieve voordelen noemt.
 
815
Hierdoor wordt doorlopend de diversiteit van de landen op economisch gebied versterkt.
 
816
Hierdoor wordt op termijn ook elk project met een gemeenschappelijke munteenheid onmogelijk.
 
817
In dit opzicht bevindt de euro zich namelijk in dezelfde hachelijke situatie als de oude gouden standaard die ook gedoemd was ten onder te gaan.
 
818
<P>
 
819
Het coördineren van het economisch beleid zal gebaseerd moeten zijn op een gemeenschappelijke visie en een gemeenschappelijk doel, maar met uiteenlopende methodes per land.
 
820
Dit is het enige realistische uitgangspunt, waaraan ook uitdrukking wordt gegeven in de amendementen 1, 2 en 3.
 
821
<P>
 
822
<SPEAKER ID=69 LANGUAGE="FR" NAME="Berthu">
 
823
Mevrouw de Voorzitter, een jaar voor de invoering van de eenheidsmunt is het nog altijd niet duidelijk wat de reikwijdte zal zijn van de bijbehorende economische coördinatie, hoe doordacht die coördinatie is of zelfs maar of zij al bestaat.
 
824
Dat is de indruk die we overhouden uit het verslag-Gasòliba, uit het werkdocument dat de Commissie over hetzelfde onderwerp heeft opgesteld en uit de huidige polemieken rond de Euroraad.
 
825
<P>
 
826
Het verdrag heeft het weliswaar over coördinatiemaatregelen: het bewaken van de wisselkoersen, het opstellen van economische beleidslijnen, het invoeren van een procedure voor het verminderen van buitensporige begrotingstekorten, later aangevuld met het stabiliteitspact.
 
827
Het Amsterdamse model voegt daar nog richtsnoeren aan toe op het vlak van de werkgelegenheid.
 
828
Maar dit alles blijft vaag. Er is beslist geen sprake van het economisch beheer dat sommigen onmisbaar achten voor het welslagen van de euro.
 
829
<P>
 
830
Deze mensen vinden net als het verslag-Gasòliba dat het democratisch gehalte en de samenhang van de economische beleidslijnen gewaarborgd moeten worden door ze toe te vertrouwen aan een meer formele Europese instantie die het monetaire evenwicht moet bewaren.
 
831
Maar in het Europa van vandaag, met vele landen in plaats van één, dreigt zo'n instantie constant te struikelen over interne meningsverschillen, en dit ten koste van een gezond macro-economisch beleid.
 
832
Dit is het argument dat de voorstanders van volledige onafhankelijkheid van de Centrale Bank aanvoeren, een onafhankelijkheid die volgens hen doeltreffender is.
 
833
<P>
 
834
Helaas raken de voorstanders van een volledig onafhankelijke Centrale Bank verstrikt in een ander probleem.
 
835
Wil het beleid van een onafhankelijke Centrale Bank overtuigende resultaten boeken, dan moet die Bank zich gesteund weten door een hechte sociale consensus. Die consensus kan enkel maar voortvloeien uit langdurige gunstige ervaringen en een sterk communautair gevoel.
 
836
De toekomstige Europese Centrale Bank zal het zonder deze voordelen moeten stellen.
 
837
Hoe we het ook draaien of keren, we stevenen af op de ineenstorting van de eenheidsmunt.
 
838
Het enige wijze besluit zou dan ook zijn om hem uit te stellen.
 
839
<P>
 
840
<SPEAKER ID=70 NAME="Metten">
 
841
Voorzitter, in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie zullen wij een gecentraliseerd monetair beleid kennen, maar een gedecentraliseerd economisch beleid.
 
842
Of die opzet houdbaar is, hangt volledig af van de mate waarin het economische beleid van de lidstaten effectief gecoördineerd wordt.
 
843
Wat dat betreft schept het Verdrag voldoende mogelijkheden.
 
844
De vraag is vooral in hoeverre die mogelijkheden benut zullen worden en hoe dat zal gebeuren?
 
845
Opdat de Economische en Monetaire Unie werkelijk op twee benen zal lopen, moet de economische coördinatie zich niet uitsluitend beperken tot het mogelijk maken van een op stabiliteit gericht beleid van de Centrale Bank.
 
846
De coördinatie moet ook en expliciet gericht zijn op het bevorderen van werkgelegenheidsscheppende groei.
 
847
<P>
 
848
Het is mij niet goed duidelijk hoe zo'n beleid kan worden uitgewerkt door een op te richten economisch en financieel comité dat gedomineerd zal worden door de centrale bankiers van de nationale centrale banken en van de Europese Centrale Bank.
 
849
Nog meer dan bij zijn voorganger, het monetaire comité, zal de restrictieve monetaire invalshoek daarin domineren.
 
850
Net zoals bij het communautaire comité zal de ECOFIN ook diens adviezen naar gevreesd moet worden slaafs volgen.
 
851
Een echt economisch tegenwicht voor de Europese Centrale Bank kan de ECOFIN nooit worden zolang de centrale bankiers ook achter de schermen van de ECOFIN de dienst blijven uitmaken.
 
852
<P>
 
853
Ik ben een sterk voorstander van economische coördinatie op Europees vlak, maar laat het dan wel echt een economische en niet vooral een monetaire coördinatie zijn.
 
854
Daartoe zal het denkelijk nodig zijn om het economisch en financieel comité niet te bemannen met nationale centrale bankiers maar in plaats daarvan met vertegenwoordigers van de ministeries van Sociale Zaken en van Financiën.
 
855
<P>
 
856
Om te concluderen, ik denk dat verandering van de samenstelling van het voorbereidende comité van de ECOFIN belangrijker zal zijn voor de inhoud van het economisch beleid in Europa dan de hele discussie over de euro X, waaraan de ECOFIN zoveel tijd besteedt.
 
857
Laten wij daarom proberen dit onderwerp op de politieke agenda in Europa te krijgen.
 
858
<P>
 
859
<SPEAKER ID=71 NAME="Wulf-Mathies">
 
860
<SPEAKER ID=72 NAME="Gasòliba i Böhm">
 
861
Mevrouw de Voorzitter, in de eerste plaats zou ik commissaris WulfMathies willen bedanken voor het betoog dat zij namens de Commissie gehouden heeft en waarin ook het standpunt van commissaris De Silguy wordt weergegeven.
 
862
Natuurlijk ben ik ook bijzonder dankbaar voor de betogen waarin mijn collega's hun steun aan het onderhavige verslag hebben uitgesproken.
 
863
<P>
 
864
Alvorens tot de stemming over te gaan, zou ik nog twee punten willen corrigeren met betrekking tot mijn amendement 5 en tot het amendement 4 van de heer Donnelly.
 
865
<P>
 
866
In de Engelse versie staat in paragraaf 6, tweede streepje: "two sides of industry" ; mijn Engelse vrienden hebben me erop gewezen dat thans de term "social partners" meer gebruikelijk is.
 
867
Ik zou willen dat deze taalkundige correctie in de uiteindelijke versie werd opgenomen.
 
868
<P>
 
869
<SPEAKER ID=73 NAME="De Voorzitter">
 
870
Juist.
 
871
We zullen de vertaaldienst vragen het nodige te doen om de twee versies na te kijken.
 
872
<P>
 
873
<SPEAKER ID=74 NAME="Maij-Weggen">
 
874
Voorzitter, ik heb een punt van orde omdat ik de indruk heb dat de praktijk van de vrijdagmorgens in Straatsburg, namelijk om na ieder verslag te gaan stemmen nu ook wordt overgezet op de donderdagzittingen van het Parlement hier in Brussel.
 
875
Wij weten bijna zeker dat wij dan een slechte aanwezigheid hebben.
 
876
Mag ik het Bureau in overweging geven om op vaste tijden, te stemmen hier in Brussel, op vaste tijden dan weet iedereen waar hij aan toe is en dan krijgen wij niet deze aanwezigheid.
 
877
<P>
 
878
<SPEAKER ID=75 NAME="De Voorzitter">
 
879
Mevrouw Maij-Weggen, ik zal u dadelijk antwoorden.
 
880
U weet vast wel dat de situatie uitzonderlijk was.
 
881
Er moest gestemd worden over de verslagen over de uitbreiding, en om die reden is dit bij uitzondering in het begin van de morgen gebeurd.
 
882
Maar uw opmerking is zeer terecht, ik neem er akte van, en in de toekomst zullen we op de gebruikelijke manier verder gaan.
 
883
<P>
 
884
Het debat is gesloten.
 
885
<P>
 
886
We gaan nu over tot de stemming.
 
887
<P>
 
888
(Het Parlement neemt de resolutie aan)
 
889
<P>
 
890
<SPEAKER ID=76 NAME="Ahlqvist, Theorin en Wibe">
 
891
In het verslag wordt voorgesteld dat de Europese Unie "een economisch beleid zal moeten uitstippelen dat gebaseerd is op een nauwere coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten" .
 
892
In het verslag wordt ook de coördinatie van het begrotings- en financiële beleid besproken en een "zuil" voor het valutabeleid voorgesteld.
 
893
<P>
 
894
Wij hebben geen bezwaar tegen vrijwillige coördinatie met bijvoorbeeld als doel de bestrijding van de werkloosheid.
 
895
De coördinatie die wordt bepleit dient echter vrijwillig te zijn.
 
896
Daarom keren wij ons zonder meer tegen plannen voor bijvoorbeeld de invoering van gemeenschappelijke belastingen binnen de Unie en een supranationaal economisch beleid in het algemeen.
 
897
De lidstaten moeten zelfs voortaan het recht hebben om "zelf de belastingen te bepalen" en op deze terreinen een eigen beleid te voeren.
 
898
Als Europese ministers van Financiën dan vervolgens overeenkomen om samen te werken om bijvoorbeeld belastingdumping te voorkomen, dan is dat mooi.
 
899
Maar dit zal moeten geschieden door vrijwillige samenwerking tussen degenen die dat willen en niet door regelgeving van de Europese Unie.
 
900
<P>
 
901
<SPEAKER ID=77 NAME="Cushnahan">
 
902
Als de euro werkelijk succesvol wil worden, moet zij niet alleen door politici maar ook door het bedrijfsleven en de consument worden gesteund.
 
903
De Commissie heeft beloofd voor het eind van het jaar een besluit te nemen ten aanzien van vier belangrijke kwesties met betrekking tot de derde fase van de EMU, maar heeft dit vervolgens tot mei volgend jaar uitgesteld.
 
904
<P>
 
905
Het betreft de vraag of de datum van 1 januari 2002 gehandhaafd moet worden voor de invoering van euro-biljetten en -munten; of het naast elkaar in omloop zijn van nationale munten en euro's zes maanden zou moeten duren, zoals op de Top in Madrid in 1995 is besloten; of de goederen dubbel geprijsd moeten worden en of er EUwetgeving op dit gebied benodigd is; en tot slot het punt van de omrekeningskosten, zowel van bankrekeningen in het tijdvak 1992-2002 als bankbiljetten/munten vanaf 1 januari 2002.
 
906
<P>
 
907
Acht de Commissie zich in staat vóór mei 1998 over deze belangrijke praktische problemen besluiten te nemen?
 
908
Wat is de reactie van de Commissie op het in opdracht van Eurocommerce (Europese detailhandelsorganisatie) door Deloitte & Touche opgestelde rapport, volgens hetwelk de gemiddelde kosten van de invoering van de euro op niet minder dan 2, 6 % van de omzet van Europese detailhandelaren kunnen uitkomen?
 
909
Door dergelijke kosten zouden vele kleine en middelgrote ondernemingen in mijn kiesdistrict failliet gaan.
 
910
Kleine detailhandelaren worden geconfronteerd met uit de pan rijzende kosten die gemoeid zijn met de aanpassing van de computersystemen, kasregisters, het opnieuw inwerken van personeel en de opstelling van hun rekeningen in euro's.
 
911
De aanvangsdatum voor de invoering van bankbiljetten/munten valt rond de kerst, de drukste periode van het jaar. Kleine detailhandelaren en ondernemingen kunnen dit waarschijnlijk niet aan.
 
912
Het is een vaststaand feit dat er één Europese munt komt, maar de EU moet thans al haar aandacht richten op deze praktische problemen, opdat het bedrijfsleven en de consument grote voorstanders zullen zijn van de economische en monetaire unie.
 
913
<P>
 
914
<SPEAKER ID=78 NAME="Kirsten Jensen en Sindal">
 
915
De Deense sociaal-democraten stemmen voor het verslagGasòliba i Böhm over de coördinatie van het economisch beleid in de EMU.
 
916
Het verslag pleit ervoor om alle lidstaten van de EU bij een nauwere coördinatie van het economisch beleid te betrekken.
 
917
Dit wil zeggen dat landen zoals Denemarken, die niet aan de derde fase van de EMU zullen deelnemen, toch betrokken zullen worden bij een betere coördinatie van het economisch beleid.
 
918
De Deense sociaal-democraten staan volledig achter dit standpunt.
 
919
De Deense sociaal-democraten verwerpen een informele Euro-X, die alleen voorbehouden is voor landen die aan de derde fase van de EMU zullen meedoen.
 
920
De Deense sociaal-democraten zijn het met de rapporteur eens dat een betere coördinatie van het algemeen economisch beleid de werkgelegenheid in de EU ten goede zal komen.
 
921
De Deense sociaal-democraten wijzen er echter op dat het begrotingsbeleid een nationale aangelegenheid moet blijven.
 
922
<P>
 
923
<SPEAKER ID=79 NAME="Lindqvist (ELDR), Eriksson, Seppänen, Sjöstedt en Svensson (GUE/NLG), Gahrton, Holm en Schörling (V), Bonde en Krarup (I-EDN)">
 
924
Ondergetekenden hebben tegen het verslag gestemd om de volgende redenen:
 
925
<P>
 
926
1.Het verslag is onrealistisch.
 
927
Het gaat ervan uit dat de landen een uniforme economie hebben, en dat de EMU binnen de hele Unie doorgevoerd wordt.2.De economieën zijn zeer uiteenlopend. De verschillen nemen toe door de tendens zich te specialiseren, zoals gebeurt binnen grote markten, die gebaseerd zijn op comparatieve kosten.3.Economische coördinatie kan daarom alleen bestaan uit een gemeenschappelijke gerichtheid om bepaalde doelen te bereiken.
 
928
De methodes dienen aan de afzonderlijke landen aangepast te worden, aan hun structuur en hun gevoeligheid voor conjuncturen en invloeden van buitenaf.
 
929
<CHAPTER ID=3>
 
930
Structurele maatregelen in België
 
931
<SPEAKER ID=80 NAME="De Voorzitter">
 
932
Aan de orde is het verslag (A4-0321/97) van de heer Decourrière, namens de Commissie regionaal beleid over ontwikkelingsproblemen en structurele maatregelen in België (C4-0107/97).
 
933
<P>
 
934
<SPEAKER ID=81 NAME="Decourrière">
 
935
Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, waarde collega's. Dit verslag over de structurele maatregelen in België onderstreept nog maar eens welk een aanzienlijke rol communautaire steun speelt bij het bevorderen van de economische en sociale samenhang.
 
936
<P>
 
937
België heeft een bruto binnenlands product dat boven het gemiddelde van de Gemeenschap ligt, en kan dus worden gerekend tot de rijke landen.
 
938
Maar de verschillen binnen België zijn groot, gaande van een bruto binnenlands product van 77 % voor de provincie Henegouwen tot 137 % voor Antwerpen en 183 % voor Brussel.
 
939
Dit verschijnsel is de laatste jaren erger geworden, en de steun van de Gemeenschap, die heeft bijgedragen tot de vermindering van deze wanverhoudingen, is tussen 1989 en 1999 meer dan verdubbeld, namelijk van 863 miljoen ecu tot 2 miljard ecu.
 
940
De provincie Luik, de gebieden rond Aubange en Turnhout en een deel van de provincie Limburg komen in aanmerking voor doelstelling 2 als regio's waar de industrie in verval is.
 
941
Een aantal gebieden ontvangt steun ten behoeve van plattelandsregio's met een ontwikkelingsachterstand.
 
942
Verder zijn er nog de horizontale doelstellingen 3 en 4 en de communautaire initiatieven.
 
943
<P>
 
944
Ik zal niet in details treden, maar de communautaire steun heeft een zeker succes gehad, in het bijzonder de investeringssteun voor het midden- en kleinbedrijf in Henegouwen, wat trouwens heeft geleid tot een bijkomende kredietoverdracht naar deze begrotingsposten.
 
945
De steun van de Gemeenschap heeft bijvoorbeeld ook een beslissende rol gespeeld bij sociaal-economische integratie, en in 1996 hebben 70.000 mensen een op hun persoonlijke behoeften afgestemde opleiding gevolgd.
 
946
In een aantal stedelijke en plattelandsgebieden ontstaat geleidelijk aan een nieuwe dynamiek.
 
947
<P>
 
948
Wij zijn ons er in dit verband van bewust dat de structurele maatregelen in al hun onmisbaarheid verbeterd moeten worden.
 
949
In het belang van transparantie en doelmatigheid moeten we de onvolkomenheden van het huidige systeem onder de loep nemen.
 
950
Ten eerste worden er zeer weinig kredieten opgenomen, in de orde van grootte van 17 % voor Henegouwen in het kader van doelstelling 1, tussen de 5 en de 20 % voor de doelstelling 2-gebieden en minder dan 10 % voor de doelstelling 5b-gebieden. Dit hangt samen met het feit dat er onvoldoende kredieten worden vastgelegd, namelijk ongeveer 12 % van de beschikbare middelen.
 
951
Ook de kredieten van doelstelling 4 worden onvoldoende opgenomen.
 
952
En om op een positieve noot te eindigen, we mogen tevreden zijn over het succes van doelstelling 3, waar er zo veel projecten zijn, dat we middelen tekort komen.
 
953
<P>
 
954
Verdere tekortkomingen zijn het feit dat een nieuw geschapen arbeidsplaats meer ecu's kost dan in andere lidstaten, en dat het aantal nieuwe arbeidsplaatsen dat men van plan is te scheppen aan de lage kant is in verhouding tot de uitzonderlijk hoge subsidie die België heeft ontvangen.
 
955
Verder blijven de verschillen in ontwikkeling binnen de probleemgebieden bestaan en wordt er onvoldoende gebruik gemaakt van de budgetposten voor industrieel braakland en sanering van het milieu.
 
956
<P>
 
957
Op een aantal punten is het wenselijk dat het beleid van de nationale overheden wordt aangepast. Zo wil ik met nadruk stellen dat er snel iets gedaan moet worden aan de overduidelijke onderbesteding van de kredieten.
 
958
Ik wijs de Belgische overheid met nadruk op het feit dat het bedrag aan vastgelegde communautaire kredieten op 1 januari 1999 als referentie zou moeten dienen voor de toekenning van middelen vanaf het jaar 2000.
 
959
Verder zouden de ambtelijke procedures minder omslachtig gemaakt moeten worden, zou de overheid voor een aantal projecten zo snel mogelijk over de brug moeten komen met de benodigde cofinanciering en zou er een betere begeleiding moeten komen, onder toezicht van een leider, een programmacoördinator.
 
960
<P>
 
961
Het lijkt me ook noodzakelijk, en nu richt ik mij tot de functionarissen van de Gemeenschap, dat de genomen maatregelen actiever worden opgevolgd en dat erop wordt toegezien dat de Belgische overheden de gelden van de Gemeenschap sneller overdragen aan de uiteindelijke begunstigden.
 
962
In het licht van Agenda 2000 en de discussie die deze op gang heeft gebracht, kunnen we tenslotte denken aan een beperking van het overdreven aantal projecten dat in het kader van de diverse programma's wordt goedgekeurd. Ook valt te denken aan een geografische concentratie van middelen in de meest achtergebleven gebieden.
 
963
<P>
 
964
Mijnheer de Voorzitter, geachte collega's, ter afsluiting wil ik er in het licht van de stemming vanmorgen over Agenda 2000 nog eens de nadruk op leggen dat de inspanningen ten gunste van de economische en sociale samenhang moeten worden voortgezet, en dat er een substantiële overgangsregeling moet komen voor lidstaten die zoals België binnenkort niet meer in aanmerking zullen komen voor doelstelling 1.
 
965
<P>
 
966
Tot slot wil ik mijn collega's bedanken voor hun bijdrage aan dit verslag. Ik heb veel steun en aanmoediging ondervonden van hun medewerking.
 
967
<P>
 
968
<SPEAKER ID=82 NAME="Van Lancker">
 
969
Voorzitter, sta mij toe in de eerste plaats collega Decourrière zeer hartelijk te feliciteren voor zijn uitstekend verslag dat verplichte lectuur zou moeten zijn voor alle overheden in België.
 
970
Als rapporteur voor advies heb ik mij voornamelijk geconcentreerd op de besteding van het Europees Sociaal Fonds in de verschillende doelstellingsgebieden.
 
971
Ik zou willen ingaan op drie punten.
 
972
<P>
 
973
Eerst en vooral de problematiek van de onderbesteding.
 
974
Ik deel de bezorgdheid van de rapporteur over de uitzonderlijk lage besteding van de middelen in de doelstellingsgebieden in België.
 
975
Ik vind het bovendien onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat die onderbesteding nog groter is binnen het Sociaal Fonds in die doelstellingsgebieden en dat uitgerekend terwijl de Top van Luxemburg aandringt op meer investeringen in opleiding en jobs.
 
976
Op dat moment laat België een pak Europees geld liggen.
 
977
Europees geld dat weliswaar nu nog niet verloren is, maar de tijd dringt in elk geval zeer sterk.
 
978
<P>
 
979
Natuurlijk kunnen voor die achterstand allerlei terechte en onterechte argumenten aangedragen worden.
 
980
De programma's zijn te laat goedgekeurd, de Commissie opereert te bureaucratisch.
 
981
Sommige regio's zijn echt te klein om te kunnen omgaan met structuurfondsen, maar dat geldt ook voor andere landen in Europa.
 
982
Er zijn een aantal oorzaken die toch wel typisch Belgisch zijn.
 
983
Het gebrek aan samenwerking, het getouwtrek dikwijls tussen locale, regionale en federale overheden zowel bij de verdeling van de middelen als bij de uitwerking van de projecten, de programmeringsdocumenten, geeft mij vaak de indruk dat men zich in België meer bekommert om bevoegdheidsconflicten dan om streekontwikkeling en om bestrijding van werkloosheid.
 
984
<P>
 
985
Ook in Brussel leidt dit vaak tot hallucinante situaties en dat terwijl de achterstellingssituatie in sommige wijken en de werkloosheid bij migrantenjongeren er zo groot is dat Brussel momenteel dikwijls op een tijdbom leeft.
 
986
De hoge langdurige werkloosheid, de problemen in de regio's die getroffen zijn door bedrijfssluitingen, schreeuwen gewoon om meer samenwerking tussen de diverse betrokken overheden in het belang van de mensen.
 
987
Ik deel de mening van de rapporteur dat de Europese Commissie desnoods maar een handje moet helpen.
 
988
De conclusies van de Top van Luxemburg zijn al vast een goede aanleiding.
 
989
<P>
 
990
Ten tweede, goed nieuws mag ook gemeld worden.
 
991
De rapporteur heeft dat daarnet ook gedaan.
 
992
Buiten de doelstellingsgebieden worden de Europese middelen voor opleiding van werklozen zeer goed gebruikt.
 
993
Het is dan ook erg jammer dat deze projecten zo dikwijls in onzekerheid gelaten worden over hun financiering, dat er nog altijd geen meerjarenplanning in bestaat. Dat interessante initiatieven vooral van lokale overheden bijvoorbeeld vaak in de kou blijven staan.
 
994
Zowel de Europese Commissie als de regionale overheden zouden deze problemen dringend moeten oplossen op korte termijn.
 
995
<P>
 
996
Maar met de opleiding van werknemers in bedreigde jobs daarmee is het integendeel erg lamentabel gesteld, vooral in Vlaanderen waar amper 10 % van de middelen een bestemming gekregen hebben laat staan uitbetaald.
 
997
België scoort qua opleiding van werknemers nochtans absoluut niet bij de besten van de Europese klas.
 
998
De bedrijven en vooral KMO's moeten dan ook dringend aangezet worden om te investeren in hun werknemers.
 
999
Bovendien blijven wij aandringen op een transfer van een gedeelte van de reserves van doelstelling 4 naar doelstelling 3 waar veel creativiteit maar te weinig geld is.
 
1000
<P>
 
1001
Ten laatste, een woord over delokalisatie en extra jobs.
 
1002
De bewering van de liberale fractie als zouden de Europese middelen niet voor nieuwe jobs gediend hebben, zijn onterecht.
 
1003
Zonder Europees geld zou de werkloosheid nog hoger geweest zijn.
 
1004
Maar terecht vraagt het Parlement meer accenten, duidelijker werkgelegenheidseffecten.
 
1005
Het zou trouwens ook ongehoord zijn dat Europees geld gebruikt wordt om jobs van de ene regio af te snoepen naar een andere regio.
 
1006
De ervaring met Renault zijn wij nog lang niet vergeten en trouwens ook in de regio's rond Henegouwen heerst er grote ongerustheid wat dat betreft.
 
1007
Wij dringen er dan ook ten stelligste op aan bij de Europese Commissie om strikt toe te zien dat structuurfondsen niet gebruikt worden voor concurrentievervalsing.
 
1008
<P>
 
1009
<SPEAKER ID=83 NAME="Chanterie">
 
1010
Voorzitter, ik zou op mijn beurt collega en rapporteur de heer Decourrière willen feliciteren met zijn verslag en hem danken voor de analyse die hij in zijn verslag naar voren heeft gebracht en voor de voorstellen die er ook in zijn opgenomen en die een grote instemming hebben gevonden in de bevoegde commissie.
 
1011
<P>
 
1012
Ik wil in mijn tussenkomst nader ingaan in de eerste plaats op de drie gebiedsgebonden doelstellingen, met name doelstelling 1, 2 en 5 b waarvan België voor de periode 1994-1999 recht heeft op 950 miljoen ecu, zijnde 39 miljard Belgische frank.
 
1013
Daarvan zijn per 31 december 1996 ongeveer 7 miljard Belgische frank besteed in het kader van de regionale en sociale fondsen.
 
1014
In absolute cijfers is de onderbesteding van de structuurfondsen vooral een Waals probleem.
 
1015
Er blijft 26 miljard te besteden in Wallonië en 3 miljard in Vlaanderen, maar in relatieve cijfers is de onderbenutting vooral een Vlaams probleem.
 
1016
Vlaanderen heeft een besteding van 12 % ten opzichte van 19 % voor Wallonië.
 
1017
Het is bekend dat veruit het belangrijkste deel, met name 30 miljard Belgische frank, voorzien is voor de provincie Henegouwen als doelstelling 1-gebied.
 
1018
In feite gaat het over 60 miljard als de Waalse co-financiering gehonoreerd wordt.
 
1019
<P>
 
1020
Er rijzen echter vermoedens - en ik vraag de aandacht ook van de commissaris daarvoor - dat de co-financiering door het Waalse gewest de facto wordt gerealiseerd via een oneigenlijk gebruik van de Europese financiële middelen.
 
1021
Ik zou willen vragen, mevrouw de commissaris, heeft de Europese Commissie nader onderzocht hoe de co-financiering voor Henegouwen gebeurt?
 
1022
Anderzijds heb ik informatie ontvangen over een onderzoek dat door UCLAF is ingesteld naar de besteding van de Europese gelden in Henegouwen onder andere via de intercommunales.
 
1023
Kan de Europese Commissie deze informatie bevestigen en zijn er resultaten van de UCLAFonderzoeken bekend?
 
1024
<P>
 
1025
Met betrekking tot de doelstelling 2-gebieden, Limburg en Turnhout, is de toestand duidelijk beter vooral wat de uitgaven betreft in het Europees Sociaal Fonds.
 
1026
Ik stel vast dat men in deze gebieden ongeveer op ritme is gekomen, maar dat er inderdaad behoefte is, zoals mevrouw Van Lancker voorstelt, aan een overdracht van financiële middelen van doelstelling 4 naar doelstelling 3.
 
1027
<P>
 
1028
De problematiek in verband met de situatie in doelstelling 5 b-gebieden is echter zeer erg.
 
1029
De plattelandsontwikkeling in de Westhoek en het Meetjesland in Vlaanderen hebben recht op ongeveer 2 miljard Belgische frank.
 
1030
Een aanzienlijk deel daarvan wordt echter niet opgenomen.
 
1031
Tot vandaag zijn alleen de voor 1994 voorziene middelen geëngageerd, terwijl bijvoorbeeld in Nederland voor vergelijkbare periode reeds middelen voor 1998 zijn geëngageerd.
 
1032
Dat Vlaanderen de middelen voor 1995, 1996, 1997 en 1998 niet aanboort, onderstreept alleen maar het onvermogen.
 
1033
Daarenboven zijn er ook twee andere problemen.
 
1034
Het probleem van de cofinanciering, dat wel contractueel vastligt maar dat niet wordt uitgevoerd bij gebrek aan daartoe voorziene middelen in de betrokken begroting.
 
1035
Anderzijds het probleem van de technische bijstand waar men in Vlaanderen reeds aan 4 % zou komen en dit nog wenst te verhogen terwijl de Europese Commissie maximaal 1, 5 % aanvaardt.
 
1036
<P>
 
1037
Erg zorgwekkend is de toestand van het communautaire programma-LEADER, eveneens in de sector van het plattelandsbeleid.
 
1038
De twee Vlaamse programma's zijn na vier jaar nog niet goedgekeurd ondanks acht herwerkte versies.
 
1039
Het verbaast mij niet dat de Europese Commissie zich vragen stelt over de capaciteit om te beantwoorden aan de gestelde voorwaarden.
 
1040
<P>
 
1041
Ik geloof dat deze voorbeelden erop wijzen dat er inderdaad zowel in de Vlaamse als in de Waalse regio een bezinning nodig is over hoe wij met de structuurfondsen om gaan en hoe wij een betere benutting in de eerstvolgende jaren kunnen organiseren.
 
1042
<P>
 
1043
<SPEAKER ID=84 LANGUAGE="FR" NAME="Monfils">
 
1044
Mijnheer de Voorzitter, ik zou op mijn beurt de heer Decourrière willen gelukwensen. In zijn verslag werpt hij een compromisloze maar objectieve blik op de manier waarop in België wordt omgesprongen met de structuurfondsen.
 
1045
U zult het mij niet kwalijk nemen als ik zeg dat het niet vaak voorkomt dat een Fransman de Belgische situatie zo goed doorgrondt.
 
1046
<P>
 
1047
Met betrekking tot mijn regio Wallonië klaagt de heer Decourrière zeer terecht de ambtelijke rompslomp aan, de onterechte besteding van middelen in de minst achtergestelde subregio's, terwijl het omgekeerde zou moeten gebeuren, de versnippering over een groot aantal kleine projecten en het feit dat een deel van de regionale gelden wordt gebruikt voor initiatieven die op de Waalse gewestbegroting thuishoren.
 
1048
De Waalse regering is op meerdere punten duidelijk tekortgeschoten. Ze heeft geen heldere doelstellingen geformuleerd, heeft projecten niet daadkrachtig genoeg beheerd, heeft de besteding van de kredieten niet doeltreffend opgevolgd, en is er onvoldoende van doordrongen dat onderzoek en ontwikkeling gestimuleerd moeten worden en vooral het middenen kleinbedrijf in slagvaardige sectoren steun zou moeten ontvangen.
 
1049
<P>
 
1050
Maar ook de Commissie heeft stof tot nadenken.
 
1051
Zij moet toezien op het gehalte en de geloofwaardigheid van projecten, vooral op het punt van duurzame werkgelegenheid.
 
1052
Zij moet maatregelen treffen om delokalisatie van de ene subregio naar de andere tegen te gaan, delokalisatie als gevolg van de financiële voordelen die de structuurfondsen bieden.
 
1053
Tot slot moet de Commissie de gevolgen becijferen van haar plannen in Agenda 2000. Na voltooiing van die plannen zal het moeilijker worden om nog steun toe te kennen, wat waarschijnlijk tot gevolg zal hebben dat de doelstelling 1- en 2-gebieden in België geen middelen meer zullen krijgen uit de structuurfondsen.
 
1054
Uiteraard kan Europa haar regio's niet eeuwig blijven ondersteunen.
 
1055
Maar het zou contraproductief zijn om halverwege te stoppen.
 
1056
Ons wordt een geleidelijke afname van de steun in het vooruitzicht gesteld, maar we weten noch hoe groot die afname zal zijn, noch over hoeveel tijd die zal worden gespreid.
 
1057
<P>
 
1058
De conclusies van het uitstekende verslag van de heer Decourrière bieden een aantal buitengewoon zinvolle uitgangspunten voor het komende debat over de structuurfondsen. Het volstaat niet om kredieten gewoon maar op te nemen.
 
1059
Er moet gezocht worden naar de meest doeltreffende besteding. Dit vereist een grondige herijking van de doelstellingen van de structuurfondsen en van de manier waarop projecten beoordeeld worden, en een nauwe samenwerking tussen de Commissie en de bevoegde plaatselijke overheid.
 
1060
Welk beleid de regionale overheden in België hebben gevoerd, mijnheer de Voorzitter, is onduidelijk.
 
1061
<P>
 
1062
<SPEAKER ID=85 NAME="Aelvoet">
 
1063
Voorzitter, collega's, normaal houd ik er helemaal niet van als men holle woorden van lof richt tot de rapporteur, maar in dit geval is het echt verdiend omdat wij een zeer objectief beeld krijgen waarbij zowel aangeduid wordt welke de zwakke punten zijn in het Belgisch regionaal beleid als de dingen die positief geëvalueerd mogen worden.
 
1064
Wat dat betreft, denk ik, dat mevrouw Van Lancker honderd procent gelijk heeft als zij zegt dat dit verslag door al onze regionale en andere autoriteiten eens grondig gelezen zou mogen worden.
 
1065
<P>
 
1066
Nu voor wat de inhoud aangaat, zijn voor ons de twee belangrijkste punten de volgende.
 
1067
Op de eerste plaats is er dus de vaststelling die door iedereen gemaakt wordt en ook door ons dat het onbegrijpelijk is dat een land dat nu echt geen overschot aan middelen heeft zeker niet om bepaalde problemen beter te gaan beheersen er niet in slaagt om de kredieten die op Europees vlak ter beschikking zijn om die effectief op te nemen en te gebruiken.
 
1068
Dat is een puur schandaal.
 
1069
Ik vind dat er een signaal moet gaan richting administraties die daar verantwoordelijk zijn.
 
1070
<P>
 
1071
Maar een ander punt waar ik in dit geval ook sterk naar zou willen verwijzen, is het feit dat het niet alleen de regionale autoriteiten zijn maar dikwijls ook de lagere echelons die met getrokken messen tegenover elkaar staan, gemeenten die mekaar dingen willen gaan afsnoepen, met als toppunt uiteraard wat zich bij ons allemaal kan afspelen in het kader van intercommunales en wat er dan dikwijls toe leidt dat in plaats van een geconcentreerde aanpak te krijgen die echt gericht is op de hoofdproblemen van een bepaalde regio, dat uit hoofde van een aantal intercommunales gevechten tegen elkaar worden georganiseerd en dat uiteindelijk dit ten nadele gaat van het effectief inzetten van schaarse middelen die wij dan nog niet eens volledig benutten.
 
1072
Voor ons moet daar zeer veel aandacht naar gaan, dat dit verbeterd wordt omdat het volledig contraproductief is.
 
1073
<P>
 
1074
Een laatste punt waar ik hier verder op zou willen ingaan, is wat er nu met de structuurfondsen moet gebeuren ook in het licht van de uitbreiding waar wij het gisteren en vandaag over gehad hadden, vandaag tenminste bij de stemmingen.
 
1075
Wij kunnen ons helemaal scharen achter de geest van het verslag zoals dat tot uitdrukking komt in paragraaf 40 omdat daar eigenlijk gezegd wordt: kijk, wij zitten met een bestaande situatie en wij moeten een overgang realiseren die rekening houdt én met de uitdagingen buiten de Unie én uiteraard met de grootste noden bij ons.
 
1076
De formulering daarentegen van paragraaf 34 kan eerder als zeer conservatief beschouwd worden in de zin van wij moeten alles houden wat wij op dit ogenblik hebben.
 
1077
Wij vinden dit geen goed perspectief.
 
1078
Dus onze volste steun voor de richting aangeduid in paragraaf 40, maar niet in die van paragraaf 34.
 
1079
<P>
 
1080
<SPEAKER ID=86 NAME="Vandemeulebroucke">
 
1081
<SPEAKER ID=87 NAME="Vanhecke">
 
1082
Voorzitter, voor mij brengt het voor ons liggende verslag van collega Decourrière slechts de bevestiging van het failliet van het structuurfondsenprogramma, zeker voor wat België betreft.
 
1083
Vermits ik slechts over twee minuten spreektijd beschik, beperk ik mij uiteraard tot twee fundamentele vaststellingen.
 
1084
<P>
 
1085
In de eerste plaats brengt het verslag het zoveelste bewijs dat de structuurfondsen binnen België zorgen voor een bijkomende miljardenstroom van Vlaanderen naar Wallonië.
 
1086
Kortom, het leeuwenaandeel van de bijdragen aan de begroting van de Europese Unie wordt door Vlaanderen betaald.
 
1087
Het leeuwenaandeel van de Europese subsidies daarentegen gaat naar Wallonië.
 
1088
Nu lijkt dat misschien verdedigbaar, een meer welstellend Europees volk kan perfect een armer volk bijspringen, niemand is daar tegen, maar in dit geval is het niet verdedigbaar.
 
1089
Wallonië wordt immers geregeerd door een zeer nauw met mafiatoestanden verwant socialistisch regime dat zelf verantwoordelijk is voor de achterstand die het oploopt.
 
1090
<P>
 
1091
De Waalse politici doen bovendien geen enkele ernstige inspanning om te saneren en blokkeren elke fundamentele gezondmaking van economie en politiek.
 
1092
Het Europees manna wordt enkel gebruikt om een onhoudbare regime te rekken.
 
1093
Dat kan voor degenen die met mijn land niet vertrouwd zijn hard klinken, het is daarom niet minder waar.
 
1094
<P>
 
1095
In de tweede plaats wil ik toch ook de nadruk leggen op de bedenking die de rapporteur zelf brengt in paragraaf 29.
 
1096
Het is inderdaad zo dat de Waalse provincie Henegouwen met de Europese subsidies systematisch bedrijven weg lokt uit de regio Kortrijk in West-Vlaanderen.
 
1097
De Europese subsidies vormen dan samen met vergaande toegevingen op milieugebied een voor ondernemers aantrekkelijke aanbieding.
 
1098
Zo worden dankzij Europa werkplaatsen aan Vlaanderen ontstolen en naar Wallonië delokaliseerd.
 
1099
Dat zijn geen nieuwe arbeidsplaatsen en dat mag de bedoeling van de Europese subsidiepolitiek niet zijn en om deze redenen zal ik uiteraard het voor ons liggende verslag van collega Decourrière niet goedkeuren.
 
1100
<P>
 
1101
<SPEAKER ID=88 LANGUAGE="DE" NAME="Grosch">
 
1102
Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, het verslag van collega Decourrière kan volgens mij in ieder geval als objectief bestempeld worden.
 
1103
Het bevat echter ook een nadrukkelijke oproep tot België om de middelen uit het structuurfonds in de toekomst beter te benutten.
 
1104
Het gaat hier tenslotte om ruim 2 miljard ecu.
 
1105
Maar de cijfers zijn denk ik op dit moment niet het belangrijkste.
 
1106
Uit het verslag van de heer Decourrière kan worden afgeleid dat de besteding van de middelen momenteel relatief laag is.
 
1107
Daarbij mag men niet vergeten, dat de besteding wordt voorafgegaan door een belangrijke fase, namelijk de programmering.
 
1108
Uit dit verslag kan ook duidelijk worden opgemaakt dat de programmeringsfase voor diegenen die belast zijn met de uitvoering ervan, een bindend programma voor de toekomst uitmaakt.
 
1109
In ieder geval ben ik de mening toegedaan dat een doelstelling 1-gebied met ongeveer 50 % cofinanciering wel problemen moest opleveren.
 
1110
Wanneer het gaat om een structureel zwak gebied, dan moet de steun van de Europese Unie intensiever zijn.
 
1111
Anders had men van Henegouwen ook een doelstelling 2-gebied kunnen maken.
 
1112
<P>
 
1113
Wat de cofinanciering betreft zou in de aanloopfase meer werk moeten worden gemaakt van het partnerschap.
 
1114
Het gaat niet aan dat het programma door drie of vier mensen wordt samengesteld, en daarna pas de actieve krachten in de omgeving moeten worden aangetrokken om een cofinanciering tot stand te brengen.
 
1115
Ik vind dat de Commissie ook hier, met alle respect voor het subsidiariteitsbeginsel, sterker tussenbeide moet komen, zodat reeds in de programmeringsfase alle partners rond dezelfde tafel zitten en deze programma's mee ondertekenen.
 
1116
<P>
 
1117
Wat de tenuitvoerlegging aangaat: natuurlijk zijn er sectoren, waarin de uitvoering van de programma's nu al relatief goed verloopt. Maar ook hier zijn de cijfers niet het belangrijkste.
 
1118
Waar het om gaat is niet dat er tot nu toe veel geld werd uitgegeven, maar wel of het op een goede manier werd uitgegeven.
 
1119
In dit verband zou ik graag twee principes bespreken.
 
1120
Het eerste principe: wanneer arbeidsplaatsen worden gecreëerd, moet men ook zeker zijn dat het gaat om duurzame arbeidsplaatsen.
 
1121
Wanneer in bepaalde sectoren, en ik denk met name aan de middenstand, op korte termijn en vlotweg, ik zou haast zeggen, met de gieter subsidies worden uitgedeeld, dan moet men kunnen nagaan - en ook dit is de taak van de Commissie - of deze arbeidsplaatsen ook naderhand hebben bijgedragen tot de stabiliteit van de regio.
 
1122
<P>
 
1123
Men moet ook de juiste omstandigheden creëren.
 
1124
Dit komt eveneens duidelijk uit het verslag van de heer Decourrière naar voren, namelijk dat een omgeving slechts aantrekkelijk kan worden, wanneer om te beginnen de plaatselijke bouwval uit de weg wordt geruimd.
 
1125
Ik wens nu niet in te gaan op actuele voorbeelden in België, maar de aantrekkingskracht van een omgeving en de werkverschaffing hangen ook af van hoe het er in een bepaalde streek uitziet.
 
1126
Hier zijn middelen voor voorzien, en die moeten meer benut worden.
 
1127
<P>
 
1128
Ik ben afkomstig uit een grensgebied, ik weet wat kleine bedrijfsverplaatsingen met zich meebrengen.
 
1129
Mevrouw de commissaris, u dient te beseffen dat de geloofwaardigheid van de structuurfondsen op het spel staat, wanneer vandaag nog de afvloeiing van arbeidsplaatsen gefinancierd wordt.
 
1130
Ik verklaar mij nader.
 
1131
Het gaat volgens mij niet aan dat bepaalde bedrijven doelstelling 2-gebieden verlaten, zoals in de omgeving van Verviers gebeurd is met Boston Scientific, dat ze verhuizen naar doelstelling 1-gebieden, waardoor arbeidsplaatsen verloren gaan, en voor hun investeringen elders in Europa nog geld krijgen!
 
1132
Dat komt neer op het financieren van afbouw.
 
1133
Men moet dit niet enkel zien op regionaal en nationaal niveau, maar over heel Europa.
 
1134
In de toekomst staat bijgevolg niet alleen de geloofwaardigheid van de komende structuurfondsen op het spel, maar ook de economische stabiliteit van de regio's van Europa.
 
1135
<P>
 
1136
<SPEAKER ID=89 NAME="De Clercq">
 
1137
Mijnheer de Voorzitter, bij de lectuur van het uitstekend verslag kan inderdaad getwijfeld worden of de structuurfondsen hun doelstellingen wel bereiken, in ieder geval of de programma's en de bestede kredieten daadwerkelijk nieuwe banen hebben gecreëerd en of het structuurbeleid wel op duurzame wijze bijdraagt tot het terugdringen van de werkloosheid.
 
1138
Het is waar voor Wallonië, zowel als voor Vlaanderen. Vandaar de door mijn fractie ingediende amendementen.
 
1139
<P>
 
1140
Wij moeten inderdaad vaststellen dat de in Vlaanderen onder doelstelling 2 vallende regio's Turnhout en Limburg, dat daar slechts voor 4 à 9 % van de kredieten betalingen werden verricht en dat de resultaten inzake werkgelegenheid onder het Vlaams gemiddelde liggen.
 
1141
Dat wat de regio's in Vlaanderen betreft, die onder doelstelling 5b vallen de betalingen minder dan 3 % bedragen en in het Meetjesland minder dan 1 %.
 
1142
Het is dus hoog tijd opdat de noodzakelijke kredieten op Vlaams niveau zouden worden vrijgemaakt en ik onderschrijf volledig wat onder meer mevrouw Aelvoet gezegd heeft.
 
1143
<P>
 
1144
Het is absoluut tijd dat de administratieve rompslomp en de ingewikkelde procedures aangepakt worden naar meer flexibiliteit toe.
 
1145
Het is vooral tijd voor een globale aanpak van alle bevoegde instellingen.
 
1146
Gedaan met de zwartepiet naar elkaar toe te schuiven.
 
1147
Wij zitten allemaal in dezelfde boot.
 
1148
Een te grote versnippering is prejudiciabel.
 
1149
Maar wij kunnen slechts door een globale en constructieve aanpak concrete en positieve resultaten opleveren.
 
1150
Laat ons hopen dat dit in de toekomst het geval zal zijn.
 
1151
<P>
 
1152
<SPEAKER ID=90 NAME="Kestelijn-Sierens">
 
1153
Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, collega's, rapporteur Decourrière heeft inderdaad uitstekend werk geleverd.
 
1154
Hij stelt terecht de cruciale vraag of het structuurbeleid in zijn huidige vorm wel in staat is de regionale verschillen te verkleinen.
 
1155
Nu is gans Henegouwen bijvoorbeeld een doelstelling 1-gebied met gevolg dat een welvarende subregio als Doornik en Moeskroen een wingewest is voor investeringen en delokalisaties uit het midden en zuiden van West-Vlaanderen.
 
1156
Het heeft geleid tot de aanleg van een bufferzone in het zuiden van deze provincie met gevolg dat de subsidiemolen aan het draaien ging.
 
1157
Per slot van rekening is de Borinage voor wie de steun het meeste nodig was er niet beter op geworden.
 
1158
<P>
 
1159
Met het oog op de hervorming van de structuurfondsen moeten wij denken aan een nieuwe koers voor het structuurbeleid.
 
1160
Daarom moeten wij als principes hanteren geografische en thematische concentratie met het accent op investering en infrastructuur en informatietechnologie en milieu en beroepsopleiding en met aandacht voor de endogene ontwikkeling.
 
1161
Rechtstreekse steun aan bedrijven leidt tot concurrentievervalsing en kan slechts voor selectieve investeringen worden toegepast.
 
1162
Overigens stellen wij vast dat de KMO's waarvan wij al sinds het Witboek-Delors in 1993 zeggen dat zij banenscheppers zijn bij uitstek alles behalve centraal staan in het structuurbeleid.
 
1163
Daarop wordt trouwens gewezen door de Rekenkamer in een recent verslag.
 
1164
Ook met deze tekortkoming moeten wij rekening houden in de toekomst.
 
1165
<P>
 
1166
<SPEAKER ID=91 LANGUAGE="FR" NAME="Happart">
 
1167
Mijnheer de Voorzitter, overeenkomstig de beslissingen van 1993 in verband met de hervorming van de structuurfondsen heeft de Commissie België een aantal bijkomende aanpassingen aan het reglement toegestaan, waaronder de toekenning van doelstelling 1 aan Henegouwen.
 
1168
Deze provincie kwam hiervoor in aanmerking op grond van een jarenlange ontwikkelingsachterstand ten opzichte van andere regio's.
 
1169
De Commissie heeft op 14 juni 1994 het enig programmeringsdocument van de Waalse regering goedgekeurd.
 
1170
<P>
 
1171
In vervolg op deze uitvoeringsfase is de ten gronde bevoegde Commissie regionaal beleid van het Europees Parlement belast met het uitbrengen van een advies voor de periode 1994-1999.
 
1172
Rapporteur Decourrière heeft betreurd dat een aantal programma's zo traag van de grond is gekomen, vooral in Henegouwen tijdens de startfase. Ik betreur dit met hem.
 
1173
Gelukkig wordt de achterstand nu ingehaald. Uit het verslag blijkt dat de steun vooral terecht komt in Henegouwse subregio's die het best zijn toegerust om er profijt van te trekken, met name de regio's Aat, Doornik en Moeskroen.
 
1174
Voor het overige is er onvoldoende rekening gehouden met het platteland, terwijl daar toch een groot aantal mogelijkheden tot ontwikkeling bestaat.
 
1175
<P>
 
1176
Ik wil er dus met nadruk voor pleiten dat er meer aandacht wordt besteed aan de praktische uitvoering, in het veld, van de initiatieven van de Gemeenschap. Ik denk daarbij vooral aan het LEADER-programma.
 
1177
De Commissie moet beseffen dat een project niet doeltreffend kan worden afgewerkt als haar beslissingen achterlopen op de gestelde termijnen.
 
1178
Soms komt de beslissing pas een half jaar of een jaar nadat een programma van start is gegaan.
 
1179
Voor de periode 1997-1999 is het licht bijvoorbeeld pas halverwege juli 1997 op groen gezet terwijl dit voor een goede werking eigenlijk in september of oktober 1996 had moeten gebeuren.
 
1180
Er moet ook plaats komen voor een stelsel van investeringssteun.
 
1181
Dit zou de betrokken regio's beter in staat moeten stellen hun problemen aan te pakken. Wallonië zou dan beter in staat zijn potentiële investeerders aan te trekken, vooral in de gebieden die vallen onder doelstellingen 1, 2 en 5b, voor wat betreft de territoriale maatregelen voor Waals-Brabant.
 
1182
<P>
 
1183
Ik ben het eens met de aanbeveling van rapporteur Decourrière dat een aantal tekortkomingen moet worden verholpen en dat het beleid op sommige punten moet worden bijgesteld.
 
1184
Waar geen geschikte plaatselijke structuur voorhanden is, moet er absoluut een komen.
 
1185
Er moeten gedecentraliseerde plaatselijke ontwikkelingskantoren in het leven worden geroepen met competent leidinggevend personeel. Die kantoren kunnen op eigen kracht de steun beheren en zo het platteland nieuwe ontwikkelingsimpulsen geven.
 
1186
Zonder plaatselijke ontwikkelings- en werkgelegenheidsinitiatieven kan er geen sprake zijn van duurzame ontwikkeling.
 
1187
Actieve deelname en de dialoog tussen burgers en de plaatselijke en regionale overheid stimuleren het sociale, economische en culturele leven van de regio.
 
1188
In het ontwikkelingsbeleid moet bijzondere aandacht worden besteed aan economische diversificatie, het stimuleren van onderzoek, het verspreiden van nieuwe technieken, aan beroepsopleidingen en aan het scheppen van werkgelegenheid.
 
1189
<P>
 
1190
Mijnheer Decourrière, ik dank u voor dit goede verslag.
 
1191
<P>
 
1192
<SPEAKER ID=92 NAME="Wulf-Mathies">
 
1193
Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik kan mij alleen maar aansluiten bij de lof van mijn collega's in het Parlement voor het zeer analytische, duidelijke, kritische en realistische verslag over de ontwikkelingsproblemen en structuurfondsmaatregelen in België.
 
1194
De Commissie deelt de bezorgdheid van de heer Decourrière, zoals die algemeen tot uiting komt in het verslag en de ontwerpresolutie, aangaande de bezwarende tekortkomingen bij de tenuitvoerlegging van het programma en de benutting van financiële middelen in het kader van de communautaire steun aan België.
 
1195
<P>
 
1196
Van haar kant heeft de Commissie niet eenmaal, maar herhaaldelijk de Belgische partners op deze tekortkomingen gewezen en om een oplossing gevraagd.
 
1197
De Commissie stemt daarom nadrukkelijk in met de oproepen die u richt tot de Belgische regering, maar ook tot de regionale en gemeentelijke overheden, die evenzeer moeten bijdragen tot de doelgerichte coördinatie en bespoediging van de beleidsuitvoering. Zij moeten bovendien zorgen voor de noodzakelijke cofinanciering en erop toezien dat de steunmiddelen van de EU, die reeds de nationale en regionale instanties bereikten, eindelijk ook worden overgemaakt aan de uiteindelijke begunstigden en dat de middelen op een doeltreffende manier worden besteed.
 
1198
<P>
 
1199
Het verslag weerspiegelt de zorgen en wensen die door de regionale en plaatselijke overheden en de sociale partners, ook aan mij bij mijn bezoeken ter plaatse, werden meegedeeld, en ik verzeker u dat ik toen zeer kritisch op de problemen ben ingegaan, die ons allen bezighouden.
 
1200
Wanneer men het financiële verloop van de programma's aan het einde van 1997 bekijkt, lijkt er wel een lichte verbetering op te treden, vooral in Henegouwen.
 
1201
We hebben in Henegouwen voor de periode 1994-1999 de betalingen van 1994 en 1995 voltooid en het eerste voorschot van 50 % voor 1996 overgemaakt, er komt dus schot in de zaak.
 
1202
Maar dat is geen reden om de teugels te vieren!
 
1203
Het laat zien dat we vooruitgang hebben geboekt, maar dat we nog lang niet het punt hebben bereikt, waarop we kunnen zeggen: nu hebben we de formule gevonden om tot het einde goed door te gaan.
 
1204
<P>
 
1205
Sta mij toe om in te gaan op een punt dat door de heer Chanterie werd aangestipt, namelijk het rapport van de UCLAF.
 
1206
We zijn dit momenteel nog aan het onderzoeken.
 
1207
Voorlopig is er nog geen bevestiging van de geopperde verdenking dat er misstappen zijn begaan, en daarom zullen we de zaak nauwlettend in het oog houden.
 
1208
Laat mij u echter op iets attent maken, dat belangrijk is: het gaat hier om problemen, die dateren van de periode 1990-1993.
 
1209
Ongeacht de vraag, welke bewijzen het onderzoek uiteindelijk zal opleveren, hebben we er in Henegouwen op toegezien dat de controle, het toezicht en de transparantie verbeteren.
 
1210
We hebben er in het bijzonder ook voor gezorgd, dat in Wallonië de vijf intercommunales zich in een beter samenwerkingsverband organiseren.
 
1211
De laatste keer dat ik daar was, heb ik dit ook uitdrukkelijk gezegd, maar mijn uiterst kritische stellingname werd door de betrokken partijen op weinig enthousiasme onthaald.
 
1212
Daarom ben ik des te dankbaarder dat uw zeer uitgebreide verslag ook juist datgene bevestigt, wat wij zelf de hele tijd hebben bekritiseerd.
 
1213
<P>
 
1214
Wat de kwestie van de cofinanciering betreft, kan ik u slechts meedelen wat men ons zegt, namelijk dat er officieel geen cofinancieringsprobleem is.
 
1215
We kunnen jammer genoeg niet ook nog eens proberen te achterhalen hoe de financiële toestand er, respectievelijk op regionaal en nationaal niveau, daadwerkelijk uitziet.
 
1216
Bezorgd volgt de Commissie de zogeheten subsidiewedloop, die hier reeds door verscheidene sprekers werd aangehaald, waarbij bedrijven zich verplaatsen van regio's die niet in aanmerking komen voor subsidies naar regionale doelstellingsgebieden.
 
1217
Laat mij er echter op wijzen, dat de Commissie de Belgische regering heeft toegestaan om in de Vlaamse grensgebieden rond Henegouwen, tot eind 1999 financiële steun te verlenen in de vorm van een netto-subsidie-equivalent, dat tot 15 % van de bedrijfsinvesteringen kan belopen.
 
1218
Daarbij worden vooral Wervik, Zwevelgem, Wevelgem, Ronse, Kortrijk en Vilvoorde een eind op weg geholpen. We hebben dus ook onmiddellijk op de problemen gereageerd.
 
1219
Niettemin vind ik het belangrijk - omdat deze discussie nu eenmaal een grote rol speelt - om te wijzen op het principe van de vrijheid van vestiging in de Europese Unie, dat elke onderneming toestaat om zich te vestigen of haar activiteiten daarheen te verplaatsen, waar het economische klimaat het gunstigste lijkt.
 
1220
<P>
 
1221
Bedrijven nemen bij de keuze van een vestigingsplaats, ook dit hebben we al meermaals ondervonden, talrijke factoren in aanmerking, zoals bijvoorbeeld de nabijheid van het afzetgebied, kwalificaties van het personeel, flexibiliteit van de plaatselijke overheden en ook fiscale maatregelen, zodat het vooruitzicht op regionale steun doorgaans slechts een van de vele factoren is, en niet eens de doorslaggevende.
 
1222
Voorts zijn, overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel, de regionale en nationale overheden verantwoordelijk voor de keuze van de projecten die in aanmerking komen voor structuurprogramma's, en we kunnen de subsidiariteit natuurlijk niet slechts dan toepassen, wanneer het ons goed uitkomt, en haar naast ons neer leggen, wanneer het ons slecht uitkomt.
 
1223
De Commissie, die zeer verontrust is door de negatieve gevolgen van de subsidiewedloop en de zaak RenaultVilvoorde in het bijzonder, is van plan om nog voor het einde van het jaar richtsnoeren uit te werken voor de evaluatie van regionale steunprojecten van de lidstaten voor de periode 2000-2006, en daarin voor te stellen: ten eerste, dat de bovengrens van de steunintensiteit algemeen verlaagd wordt, zodat de regio's minder kans krijgen om tegen elkaar op te bieden. Ten tweede bezinnen wij ons op de vraag, hoe regionale steun in toenemende mate verbonden kan worden aan verplichtingen - bijvoorbeeld aangaande de minimumperiode waarin investeringen plaatsvinden en het garanderen van arbeidsplaatsen in het desbetreffende gebied.
 
1224
Dit is ook een punt van overweging voor de herziening van de verordening betreffende structuurfondsen vanaf het jaar 2000.
 
1225
<P>
 
1226
Ook zal de Commissie voor het einde van het jaar een mededeling doen betreffende de vereiste concentratie en samenhang van haar regionale en subsidiebeleid.
 
1227
We zijn het met u eens, dat misbruik bestreden moet worden.
 
1228
Ik wil echter duidelijk stellen dat solidariteit ook positieve discriminatie inhoudt en dat het natuurlijk wenselijk is dat meer activiteiten verplaatst worden naar de armste gebieden van de Unie, ook binnen de lidstaten, en dat wij deze evenwichtsoefening samen moeten proberen uit te voeren.
 
1229
<P>
 
1230
De Commissie is het eens met de rapporteur, waar hij vaststelt dat lokale initiatieven op het gebied van ontwikkeling en werkverschaffing een voorwaarde zijn voor iedere duurzame ontwikkeling.
 
1231
Sinds 1995 beschouwt de Commissie het als haar voornaamste taak om met de structuurfondsen betere resultaten te boeken op het gebied van werkverschaffing en is het creëren en behouden van arbeidsplaatsen de topprioriteit, zowel wat betreft de richtsnoeren voor de tweede programmeringsfase van 1997-1999 van de doelstelling 2-gebieden als wat betreft de tussentijdse beoordeling van de doelstelling 1-programma's.
 
1232
Dit geldt natuurlijk ook voor België.
 
1233
<P>
 
1234
Daarenboven ondersteunt de Commissie vijf territoriale werkgelegenheidspacten, meer bepaald in Vlaanderen, Tongeren en Vilvoorde, en in Wallonië, Henegouwen en West-Brabant en tenslotte het Brussels hoofdstedelijk gewest.
 
1235
Ik ga akkoord met al degenen die stelden dat we deze activiteiten ter plaatse moeten ondersteunen en dat we tegelijk druk vanuit de basis moeten uitoefenen, opdat de middelen benut worden, en niet enkel worden uitgegeven, maar in de eerste plaats worden besteed aan projecten die bijdragen tot het scheppen van arbeidsplaatsen en het aantrekkelijker maken van de regio.
 
1236
Wat uw zorgen betreft aangaande de hervormingen van de structuurfondsen na 1999, kan ik u slechts verwijzen naar de beginselverklaring van de Commissie in Agenda 2000.
 
1237
Het is de wens van de Commissie dat de hoge graad van communautaire solidariteit ten behoeve van de economische en sociale samenhang behouden blijft, ondanks de teruglopende middelen.
 
1238
De Commissie stelt daarom uitloopperiodes in het vooruitzicht voor regio's die hun economische achterstand hebben ingehaald. Dit zal de samenhang zeker ten goede komen.
 
1239
Ook de gebieden in België, die hiermee te kampen hebben, vallen onder deze maatregel.
 
1240
<P>
 
1241
Ik hoop, dat uw initiatiefverslag en het debat van vandaag ertoe bijdragen dat de kwaliteit van de structuurmaatregelen in België verbetert, en ik kan enkel onderstrepen wat mevrouw Van Lancker gezegd heeft, namelijk dat dit verplichte lectuur zou moeten zijn voor iedereen die in België met de besteding van structuurmiddelen belast is.
 
1242
<P>
 
1243
<SPEAKER ID=93 NAME="De Voorzitter">
 
1244
Dank u, mevrouw de commissaris.
 
1245
<P>
 
1246
Het debat is gesloten.
 
1247
<P>
 
1248
Wij gaan nu over tot de stemming.
 
1249
<P>
 
1250
(Het Parlement neemt de resolutie aan)
 
1251
<P>
 
1252
<SPEAKER ID=94 NAME="Deprez">
 
1253
Ik verheug mij met de rapporteur over het succes en de kwaliteit van de programma's onder doelstelling 3 in het kader van de communautaire structuurmaatregelen in Franstalig België.
 
1254
<P>
 
1255
Helaas is dit de enige reden tot tevredenheid. We moeten ons ernstige zorgen maken, niet alleen over de buitengewoon verontrustende toestand waarin Wallonië zich momenteel bevindt, maar ook om het onvermogen van Wallonië om volledig gebruik te maken van de zuurstofballon die Europa aanreikt.
 
1256
<P>
 
1257
Het verslag heeft het in de eerste plaats gemunt op de ernstige onderbesteding van de kredieten onder de doelstellingen 1, 2 en 5b. Deze doelstellingen zijn bestemd voor de ontwikkeling van de betrokken regio's, voor structurele aanpassingen en economische omschakeling.
 
1258
Moeten we hieruit afleiden dat sommige subregio's zodanig afgestompt zijn dat ze geen projecten meer kunnen ontwikkelen, zelfs al wordt er geld aangereikt?
 
1259
<P>
 
1260
In het verslag wordt vervolgens vastgesteld dat er ook onder doelstelling 4 veel te weinig kredieten worden benut.
 
1261
Als we de rapporteur mogen geloven, is dit voornamelijk te wijten aan de onbekwaamheid van de regionale en plaatselijke overheden. Door hun logheid en traagheid hebben ze in vergelijking met andere Europese regio's veel te weinig nieuwe banen gecreëerd, al moesten die andere regio's het met veel minder Europese steun stellen.
 
1262
Ik denk daarbij in het bijzonder aan de provincie Henegouwen. Het verslag brandmerkt in nauwelijks verhulde bewoordingen de baronieën en de plaatselijke machtsverhoudingen die bepalend zijn voor de invulling van de projecten, en die, ik citeer, "geen oog hebben voor de synergie en de complementariteit" , en, ik citeer opnieuw, "veeleer ten doel hebben plaatselijke leiders tevreden te stellen dan een duurzame ontwikkeling te verzekeren" .
 
1263
<P>
 
1264
Voor het overige loopt de financiering van projecten voor onderzoek en ontwikkeling en voor technologische vernieuwing overal ernstige vertraging op, terwijl "in bepaalde gevallen de gekozen aanpak te wensen overlaat en de investeringen in de traditionele industriële sectoren buitensporig hoog lijken in het licht van economische diversificatie van de regio" .
 
1265
<P>
 
1266
Ik sluit mij volledig aan bij deze buitengewoon kritische beoordeling, en met de rapporteur luid ik de noodklok over de achterlijkheid en de logheid die de economische heropleving van Wallonië in de weg staan.
 
1267
<P>
 
1268
De wrede werkelijkheid in kaart brengen is een eerste pijnlijke maar noodzakelijke stap.
 
1269
Maar na deze scherpe vaststelling is het tijd voor een plan, voor een strategie.
 
1270
Van nu af aan zal ik mij aan deze taak wijden, samen met iedereen die wil dat Wallonië de verstarring en de onderontwikkeling te boven komt.
 
1271
<P>
 
1272
<SPEAKER ID=95 NAME="Dury">
 
1273
De steun van de structuurfondsen heeft zijn uitwerking op Henegouwen niet gemist.
 
1274
Toch zijn de resultaten ontoereikend gebleken om de achterstand en de werkloosheid in de zwaarst getroffen gebieden daadwerkelijk te verminderen. Dit geldt in het bijzonder voor het platteland, waar de gestage ontvolking de structurele demografische en economische factoren nog verergert.
 
1275
De rapporteur wijst op de zware onderbesteding van kredieten, zowel in het kader van doelstelling 1 als in dat van doelstelling 4. Deze kredieten moeten in de toekomst beslist beter verdeeld worden.
 
1276
<P>
 
1277
Het verslag van de heer Decourrière schetst een nauwkeurig en helder beeld van de manier waarop de structuurfondsen besteed worden, in het bijzonder in Henegouwen.
 
1278
Er is sprake van een aantal positieve punten, maar ook van ongerustheid en kritiek die wij niet mogen negeren.
 
1279
<P>
 
1280
Punt 39 van de resolutie vind ik bijzonder belangrijk.
 
1281
Het beheer en de betrekkingen met de Commissie verlopen niet van een leien dakje.
 
1282
De Commissie stelt zich niet altijd even soepel op en zou de gewesten en gemeenschappen beter moeten betrekken bij de opstelling en de uitvoering van de programma's.
 
1283
<P>
 
1284
<SPEAKER ID=96 NAME="De Voorzitter">
 
1285
Het Parlement is aan het einde van de agenda gekomen.
 
1286
<P>
 
1287
<CHAPTER ID=4>
 
1288
Onderbreking van de zitting
 
1289
<SPEAKER ID=97 NAME="De Voorzitter">
 
1290
Ik verklaar de zitting van het Europees Parlement te zijn onderbroken.
 
1291
<P>
 
1292
(De vergadering wordt om 13.25 uur gesloten)
 
1293
<P>