~ubuntu-branches/ubuntu/vivid/installation-guide/vivid-proposed

« back to all changes in this revision

Viewing changes to nl/using-d-i/modules/mdcfg.xml

  • Committer: Bazaar Package Importer
  • Author(s): Frans Pop
  • Date: 2005-10-25 17:37:25 UTC
  • Revision ID: james.westby@ubuntu.com-20051025173725-aq0bm11be7bfd7rw
Tags: 20051025
* Mention in copyright that full GPL is included in the manual.
  Closes: #334925
* Register installed documents with doc-base.
* Minor updates in English text and translations.

Show diffs side-by-side

added added

removed removed

Lines of Context:
 
1
<?xml version="1.0" encoding="ISO-8859-1"?>
 
2
<!-- original version: 30377 -->
 
3
 
 
4
   <sect3 id="mdcfg">
 
5
   <title>Meervoudige schijfapparaten configureren (Software-RAID)</title>
 
6
<para>
 
7
 
 
8
Als u in uw computer meer dan ��n harde schijf<footnote><para>
 
9
 
 
10
U zou zelfs een Software-RAID kunnen samenstellen uit verschillende
 
11
partities op ��n fysieke harde schijf, maar daarmee bereikt u niets
 
12
zinvols.
 
13
 
 
14
</para></footnote> heeft, kunt u <command>mdcfg</command> gebruiken
 
15
om uw schijfeenheden te configureren voor betere prestaties en/of
 
16
grotere betrouwbaarheid van uw gegevens. Het resultaat wordt een
 
17
<firstterm>Multidisk Device</firstterm> (MD) of, naar zijn meest
 
18
bekende variant, <firstterm>Software-RAID</firstterm>).
 
19
 
 
20
</para><para>
 
21
 
 
22
MD is in feite niets meer dan een verzameling partities op verschillende
 
23
harde schijven die worden gecombineerd om gezamelijk ��n
 
24
<emphasis>logisch</emphasis> apparaat te vormen. Dit apparaat kan vervolgens
 
25
worden gebruikt als een gewone partitie (dat wil zeggen dat u het in
 
26
<command>partman</command> kunt formatteren en een aanhechtpunt kunt toewijzen.
 
27
 
 
28
</para><para>
 
29
 
 
30
Het voordeel dat u behaalt is afhankelijk van het soort MD-apparaat dat u
 
31
cre�ert. Op dit moment worden ondersteund:
 
32
 
 
33
<variablelist>
 
34
<varlistentry>
 
35
 
 
36
<term>RAID0</term><listitem><para>
 
37
 
 
38
Levert hoofdzakelijk prestatieverbetering. RAID0 splitst alle binnenkomende
 
39
gegevens op in zogenaamde <firstterm>stripes</firstterm> en verdeelt deze
 
40
gelijkmatig over elke schijf in de reeks. Dit kan de snelheid van lees- en
 
41
schrijfoperaties verhogen, maar als ��n van de schijven defect raakt,
 
42
verliest u <emphasis>alle</emphasis> gegevens (een deel van de informatie
 
43
staat nog wel op de 'gezonde' schijf/schijven, maar een ander deel
 
44
<emphasis>stond</emphasis> op de defecte schijf).
 
45
 
 
46
</para><para>
 
47
 
 
48
RAID0 wordt bijvoorbeeld veel toegepast voor video editing.
 
49
 
 
50
</para></listitem>
 
51
</varlistentry>
 
52
<varlistentry>
 
53
 
 
54
<term>RAID1</term><listitem><para>
 
55
 
 
56
Is geschikt voor situaties waar betrouwbaarheid de belangrijkste
 
57
overweging is. Het bestaat uit verschillende (gewoonlijk twee) partities
 
58
van gelijke grootte; beide partities bevatten exact dezelfde gegevens.
 
59
In essentie betekent dit drie dingen. Ten eerste heeft u, als ��n van de
 
60
schijven defect raakt, nog altijd de gegevens op de tweede schijf. Ten
 
61
tweede kunt u effectief slechts een deel van de beschikbare capaciteit
 
62
gebruiken (meer exact: de grootte van de kleinste partitie in de RAID).
 
63
Ten derde wordt de belasting bij het lezen van gegevens verdeeld over
 
64
de schijven; dit kan de prestaties verbeteren als op een server over het
 
65
algemeen meer lees- dan schrijfacties plaatsvinden, zoals bij een
 
66
bestandsserver.
 
67
 
 
68
</para><para>
 
69
 
 
70
Desgewenst kunt u een reserve harde schijf in de reeks opnemen die bij
 
71
een storing de plaats zal innemen van de defecte schijf.
 
72
 
 
73
</para></listitem>
 
74
</varlistentry>
 
75
<varlistentry>
 
76
 
 
77
<term>RAID5</term><listitem><para>
 
78
 
 
79
Is een goed compromis tussen snelheid, betrouwbaarheid en redundantie van
 
80
gegevens. Bij RAID5 worden binnenkomende gegevens gesplitst in stripes en
 
81
gelijkmatig verdeeld over alle harde schijven op ��n na (vergelijkbaar met
 
82
RAID0). In afwijking van RAID0, wordt bij RAID5 ook
 
83
<firstterm>pariteits</firstterm>informatie berekend die op de overgebleven
 
84
schijf wordt weggeschreven. De harde schijf met de pariteitsinformatie is
 
85
niet statisch (dat zou RAID4 zijn), maar wordt periodiek gewijzigd zodat de
 
86
pariteitsinformatie gelijkelijk wordt verdeeld over de schijven. Als ��n van
 
87
de schijven defect raakt, kunnen de ontbrekende gegevens worden berekend op
 
88
basis van de resterende gegevens en hun pariteit. RAID5 dient te zijn
 
89
opgebouwd uit tenminste drie actieve partities. Desgewenst kunt u een reserve
 
90
harde schijf in de reeks opnemen die bij een storing de plaats zal innemen
 
91
van de defecte schijf.
 
92
 
 
93
</para><para>
 
94
 
 
95
Zoals u kunt zien, heeft RAID5 een vergelijkbare mate van betrouwbaarheid
 
96
als RAID1 terwijl de opslag minder redundant is. Aan de andere kant is het,
 
97
in verband met de berekening van de partiteitsinformatie, mogelijk iets
 
98
trager bij schrijfoperaties dan RAID0 .
 
99
 
 
100
</para></listitem>
 
101
</varlistentry>
 
102
</variablelist>
 
103
 
 
104
Samenvattend:
 
105
 
 
106
<informaltable>
 
107
<tgroup cols="5">
 
108
<thead>
 
109
<row>
 
110
  <entry>Type</entry>
 
111
  <entry>Minimum apparaten</entry>
 
112
  <entry>Reserve schijf</entry>
 
113
  <entry>Overleeft een storing?</entry>
 
114
  <entry>Beschikbare ruimte</entry>
 
115
</row>
 
116
</thead>
 
117
 
 
118
<tbody>
 
119
<row>
 
120
  <entry>RAID0</entry>
 
121
  <entry>2</entry>
 
122
  <entry>nee</entry>
 
123
  <entry>nee</entry>
 
124
  <entry>Grootte van de kleinste partitie vermenigvuldigd met het aantal apparaten</entry>
 
125
</row>
 
126
 
 
127
<row>
 
128
  <entry>RAID1</entry>
 
129
  <entry>2</entry>
 
130
  <entry>optioneel</entry>
 
131
  <entry>ja</entry>
 
132
  <entry>Grootte van de kleinste partitie in de RAID</entry>
 
133
</row>
 
134
 
 
135
<row>
 
136
  <entry>RAID5</entry>
 
137
  <entry>3</entry>
 
138
  <entry>naar keuze</entry>
 
139
  <entry>ja</entry>
 
140
  <entry>
 
141
    Grootte van de kleinste partitie vermenigvuldigd met
 
142
    (het aantal apparaten in de RAID minus ��n)
 
143
  </entry>
 
144
</row>
 
145
 
 
146
</tbody></tgroup></informaltable>
 
147
 
 
148
</para><para>
 
149
 
 
150
Als u ge�nteresseerd bent in de meer intieme details over Software-RAID,
 
151
raadpleeg dan de <ulink url="&url-software-raid-howto;">Software RAID HOWTO</ulink>.
 
152
 
 
153
<note arch="powerpc" condition="sarge"><para>
 
154
 
 
155
Er bestaat voor Apple power Macintosh geen breed geaccepteerde standaard
 
156
voor het identificeren van partities met RAID-gegevens. Dit heeft tot gevolg
 
157
dat &d-i; op dit moment het configureren van RAID voor dit platform niet
 
158
ondersteunt.
 
159
 
 
160
</para></note>
 
161
 
 
162
</para><para>
 
163
 
 
164
Om een MD-apparaat aan te maken, dient u de partities die u ervan onderdeel
 
165
wilt laten uitmaken, te markeren voor gebruik in een RAID.
 
166
U doet dit in <command>partman</command> in het menu met <guimenu>partitie
 
167
instellingen</guimenu>. Daar selecteert u <menuchoice><guimenu>Gebruiken
 
168
als:</guimenu> <guimenuitem>Fysiek volume voor RAID</guimenuitem></menuchoice>.
 
169
 
 
170
</para><warning><para>
 
171
 
 
172
Ondersteuning voor meervoudige schijfapparaten is relatief nieuwe
 
173
functionaliteit in het installatiesysteem. Het is mogelijk dat u daardoor
 
174
problemen ondervindt bij sommige RAID-varianten, of in de combinatie van MD
 
175
met sommige opstartladers als probeert een MD te gebruiken voor het
 
176
bestandssysteem root (<filename>/</filename>). Ervaren gebruikers kunnen
 
177
proberen om deze problemen op te lossen door bepaalde configuratie- of
 
178
installatiestappen handmatig uit te voeren vanuit een opdrachtschil.
 
179
 
 
180
</para></warning><para>
 
181
 
 
182
Vervolgens dient u in het hoofdmenu van <command>partman</command>
 
183
te kiezen voor <guimenuitem>Software-RAID instellen</guimenuitem>.
 
184
Kies dan op het eerste scherm van <command>mdcfg</command> voor
 
185
<guimenuitem>MD-apparaat aanmaken</guimenuitem>. Er zal een lijst
 
186
met ondersteunde typen MD-apparaten worden getoond, waaruit u er ��n
 
187
kunt kiezen (bijvoorbeeld RAID1). Het vervolg is afhankelijk van het
 
188
geselecteerde type MD.
 
189
 
 
190
</para>
 
191
 
 
192
<itemizedlist>
 
193
<listitem><para>
 
194
 
 
195
RAID0 is eenvoudig &mdash; er zal een overzicht met beschikbare
 
196
RAID-partities worden getoond en uw enige taak is het selecteren van de
 
197
partities die u voor het MD-apparaat wilt gebruiken.
 
198
 
 
199
</para></listitem>
 
200
<listitem><para>
 
201
 
 
202
RAID1 is iets lastiger. Allereerst zal u worden gevraagd om het aantal
 
203
actieve en het aantal reserve eenheden voor het MD-apparaat in te
 
204
geven. Vervolgens dient u uit de lijst met beschikbare RAID-partities
 
205
eerst de partities te kiezen die actief moeten zijn en vervolgens de
 
206
reserve partities. Het aantal partities dat u selecteert moet gelijk zijn
 
207
aan het aantal dat u zojuist heeft opgegeven. Maak u geen zorgen; als u
 
208
een fout maakt en een afwijkend aantal partities selecteert, zal &d-i;
 
209
u beletten verder te gaan totdat dit gecorrigeerd is.
 
210
 
 
211
</para></listitem>
 
212
<listitem><para>
 
213
 
 
214
De configuratieprocedure voor RAID5 is vergelijkbaar met die voor RAID1.
 
215
Het enige verschil is dat u tenminste <emphasis>3</emphasis> actieve
 
216
partities dient te gebruiken.
 
217
 
 
218
</para></listitem>
 
219
</itemizedlist>
 
220
 
 
221
<para>
 
222
 
 
223
Het is zonder meer mogelijk om verschillende typen MD-apparaten naast
 
224
elkaar te hebben. Als u bijvoorbeeld drie 200GB harde schijven heeft
 
225
ten behoeve van MD, elk met twee 100 GB partities, kunt u de eerste
 
226
partities op alle drie de schijven samenvoegen tot ��n RAID0 (snelle
 
227
partitie van 300GB voor video editing) en de andere drie partities
 
228
(2 actief en 1 reserve) gebruiken voor RAID1 (als zeer betrouwbare
 
229
100GB partitie voor <filename>/home</filename>).
 
230
 
 
231
</para><para>
 
232
 
 
233
Nadat u de MD-apparaten naar uw tevredenheid heeft ingesteld, kunt u
 
234
<command>mdcfg</command> afsluiten om terug te keren naar
 
235
<command>partman</command> om op uw nieuwe MD-apparaten bestandssystemen
 
236
aan te maken en daaraan de gebruikelijke kenmerken, zoals aanhechtpunten,
 
237
toe te kennen.
 
238
 
 
239
</para>
 
240
   </sect3>